Ontastbaarheid: Je kunt het niet vastpakken, diensten hebben geen fysieke eigenschappen
Vergankelijkheid (vooraad is onmogelijk): een dienst is zo lang als deze wordt aangeboden, als je een wasmachine koopt, staat die er over vijf jaar nog. Een dienst is alleen op het moment dat deze wordt geleverd.
Heterogeniteit (moeilijk te standaardiseren):
Omdat diensten zo vergankelijk zijn is het moeilijk om er een bepaalde standaard voor te maken. Bijv een wasmachine gaat 10 jaar mee en wast x liter per wasbeurt. Het is lastig om een prijs voor een dienst te bepalen.
Interactieve consumptie (de afnemer produceert ermee): De consument bedenkt en creëert samen op dat moment met het product. Je eigen toppings kiezen bij een ijsje.
Gelijktijdigheid van productie en consumptie (vallen samen):
Je verbruikt ze op het moment dat het gebruikt wordt, docent geef les over marketing (produceert) en de leerling leert daarvan (consumeert)