Je kent de betekenis van de themawoorden over familie en vrienden
Slide 2 - Tekstslide
Activeren voorkennis
Welke woorden ken je nog van de vorige les?
Slide 3 - Tekstslide
Een kenmerk van iemand
Slide 4 - Tekstslide
Een groep mensen die in eenzelfde periode is geboren.
Slide 5 - Tekstslide
Wat je gewend bent om te doen.
Slide 6 - Tekstslide
Iemand die je kent, maar met wie je niet als vrienden afspreekt.
Slide 7 - Tekstslide
De manier waarop ouders/verzorgers voor een kind zorgen.
Slide 8 - Tekstslide
Niet alles te hoeven delen met anderen, je persoonlijke vrijheid.
Slide 9 - Tekstslide
Je gedrag aanpassen aan wat fijn is voor anderen.
Slide 10 - Tekstslide
De band die mensen met elkaar hebben.
Slide 11 - Tekstslide
Alle mensen die je kent en die belangrijk voor je zijn.
Slide 12 - Tekstslide
Op iemand kunnen rekenen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Je gaat nu aan de slag met de opdrachten H.B. H1 blz 18 Je maakt opdracht 3 +4 Ben je klaar? Lever je boek open in op de inleverplek. Je mag wat voor jezelf doen!
