BOL 1.2.1 SKILLS

Vitale functies

Maandag theorie 2 uur.
Vrijdag praktijk 2 uur skills lokaal 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vitale functies

Maandag theorie 2 uur.
Vrijdag praktijk 2 uur skills lokaal 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je meet de temperatuur, hartfrequentie en ademhalingsfrequentie
2. Je kan vertellen uit welke twee onderdelen de normale lichaamstemperatuur bestaat
3. Je kan vertellen welke factoren invloed hebben op de lichaamstemperatuur

Slide 2 - Tekstslide

Skills 1.2.1
Vitale functies
  • Ademhaling, 
  • Temperatuur
  • Hartslag 

Slide 3 - Tekstslide

Vitale functies
De vitale functies zijn de functies in het menselijk lichaam die van levensbelang zijn. Een verstoring in het bewustzijn, de bloedsomloop, de ademhaling of de lichaamstemperatuur kan (zonder ingrijpen) vroeg of laat leiden tot de dood.
  Deze week  leer je over de ademhaling, hartslag en lichaamstemperatuur. 
    
Observatie:
Bij het bewaken van de vitale functies is het belangrijk dat deze zorgvuldig geobserveerd worden. 

Vergelijken:
Daarnaast is het belangrijk om exacte waarden te meten, te registreren en te vergelijken met voorgaande metingen en de normaalwaarden. Het is van groot belang dat zorgverleners een probleem met de vitale functies signaleren.

Afwijkingen: 
 Bij afwijkende waarden of twijfel raadpleegt de zorgverlener een arts.

Slide 4 - Tekstslide

Wat houden de vitale functies ook alweer in?

Slide 5 - Open vraag

Vitale functies
In het menselijk lichaam bevinden zich organen die elk een eigen, belangrijke functie hebben. Een aantal van deze functies is van direct levensbelang. Deze functies noemt men de vitale functies.
De vitale functies bestaan uit:
  • Ademhaling
  • Circulatie (bloedsomloop)
  • Bewustzijn

Slide 6 - Tekstslide

Ademhaling

Zoek in tweetallen het volgende uit:
  1. Wat houdt het onderwerp in? ​
  2. Wat zijn de normaalwaarden?​
  3. Wat zijn de afwijkende waarden?


Gebruik hierbij de informatie uit je boek  
Persoonlijke basiszorg n4 (voorloper van Basiszorg en palliatieve zorg)
Module 8 Vitale functies en slaap-waakritme





timer
7:00

Slide 7 - Tekstslide

Welke informatie heb je gevonden?

Slide 8 - Open vraag

Ademhaling

Observeren: 
  • Frequentie -> normale ademhalingsfrequentie volwassenen 14-18 maal per minuut
  • Diepte en gelijkmatigheid -> zegt iets over de hoeveelheid lucht die per keer wordt ingeademd
  • Ritme -> heeft betrekking op de pauzes tussen de ademhalingen
  • Geluid -> normaal is de ademhaling vrijwel niet te horen m.u.v. snurken




Slide 9 - Tekstslide

Ademhaling
Verwerkingsopdracht:

Maak uit het boek Persoonlijke basiszorg - module 8 Vitale functies  - H3 Ademhalingsstelsel de verwerkingsopdrachten.
Opdracht 3-4a-5a-5b-5c-5d
Extra 4b

Slide 10 - Tekstslide

Temperatuur

Zoek in tweetallen het volgende uit:
  • Wat houdt het onderwerp in? ​
  • Wat zijn de normaalwaarden?​
  • Wat zijn de afwijkende waarden?


Gebruik hierbij de informatie uit je boek
Persoonlijke basiszorg n4 (voorloper van Basiszorg en palliatieve zorg)
Module 8 Vitale functies en slaap-waakritme



timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Welke informatie heb je gevonden?

Slide 12 - Open vraag

Temperatuur
De lichaamstemperatuur wordt geregeld vanuit de twee temperatuurcentra. Deze bevinden zich in de tussenhersenen en in de hersenstam. De lichaamstemperatuur bestaat uit:
  • warmteproductie -> door verbranding van voedingsstoffen in de cellen
  • warmteafgifte -> via huid, uitademingslucht, uitscheiding urine/ontlasting
Bij gezonde mensen zijn de warmteproductie en de warmteafgifte op elkaar afgestemd en blijft de lichaamstemperatuur binnen bepaalde grenzen. 

Waarden:
Lager dan 36,5 °C: ondertemperatuur
36,5 °C -37,5 °C: normale temperatuur
37,5 °C -38,0 °C: verhoging
Hoger dan 38,0 °C: koorts





Slide 13 - Tekstslide

Temperatuur
De lichaamstemperatuur kun je meten op verschillende plaatsen:
  • Rectaal -> elektronisch
  • axillair -> elektronisch
  • oraal -> elektronisch
  • femoraal -> elektronisch
  • intra-auraal of tympanisch -> infrarode digitale thermometer
  • via het voorhoofd/slaap -> infrarode digitale thermometer

Slide 14 - Tekstslide

Temperatuur
Verwerkingsopdracht:

Maak uit het boek Persoonlijke basiszorg - Module 8 vitale functies - H2 Observatie van de lichaamstemperatuur.
Opdracht 1-4

Slide 15 - Tekstslide

Pols (hartslag)

Zoek in tweetallen het volgende uit:
  • Wat houdt het onderwerp in? ​
  • Wat zijn de normaalwaarden?​
  • Wat zijn de afwijkende waarden?

Gebruik hierbij de informatie uit je boek.

timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Welke informatie heb je gevonden?

Slide 17 - Open vraag

Hartslag
Het observeren van de hartslag is een regelmatig terugkerende taak van jou als verpleegkundige. De hartslag geeft, samen met andere lichamelijke observatiegegevens, een indruk van de algemene lichamelijke toestand van een zorgvrager.
De observatie van de hartslag kan routinematig gebeuren. Afhankelijk van de lichamelijke toestand van de zorgvrager controleer je de hartslag tweemaal of meerdere keren per dag. 
 
Observatieplaatsen
Als het hart zich samenknijpt, wordt ineens zeventig tot honderd milliliter bloed in de slagaders gepompt. Deze slagaders zijn elastisch en zetten uit op het moment dat het bloed binnenkomt. 
Zodra de druk dit toelaat, nemen de slagaders weer hun oorspronkelijke vorm aan. De bewegingen van de slagaders zijn te voelen aan bijvoorbeeld de pols en de hals. Dat zijn plekken waar de slagaders aan de oppervlakte van het lichaam lopen, over een harde onderlaag (bot). 
De polsslagader (arteria radialis) is bekendste slagader die te voelen is. Daarom wordt het tellen van de hartslag vaak het 'tellen van de pols' genoemd, zelfs als dat in de hals gebeurt.

Slide 18 - Tekstslide

Hartslag
Observatiepunten

Let bij het controleren van de hartslag op de volgende observatiepunten:
  • frequentie;
  • ritme;
  • gelijkmatigheid;
  • spanning en volume.




Slide 19 - Tekstslide

Hartslag

Zoek in tweetallen het volgende uit:
  • Wat betekend 'de frequentie' van een hartslag?  ​
  • Wat zijn de normaalwaarden?​
  • Wat zijn de afwijkende waarden?

Gebruik hierbij de informatie uit je boek module 8


timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Hartslag
Hoe moet je de hartslag controleren? 

Lees hoofdstuk 1.3.3 Hoe moet je de hartslag controleren?
timer
3:00

Slide 21 - Tekstslide

Hartslag
Verwerkingsopdracht:

Maak uit het boek Persoonlijke basiszorg - Module 8 vitale functies - H 1.3 Hartslag
Opdracht 2, 6

Slide 22 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 23 - Tekstslide

Vertel je naam je leeftijd + waar je werkt +1 onderdeel waar je goed in bent.

Slide 24 - Tekstslide