Genexpressie

Genexpressie
Thema 5 DNA - BS. 5
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Genexpressie
Thema 5 DNA - BS. 5

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt verschillende manieren van genregulatie beschrijven bij prokaryoten.
  2. Je kunt verschillende manieren van genregulatie beschrijven bij eukaryoten.
  3. Je kunt beschrijven wat het belang is van genexpressie voor zelfregulatie en zelforganisatie van een organisme.

Slide 2 - Tekstslide

Prokaryoten
Eukaryoten
Bacteriën
Archaea
Protozoa
Schimmels
Planten
Dieren

Slide 3 - Sleepvraag

Welk stuk RNA moet er bij de transcriptie van dit DNA gemaakt worden?
Kies de goede. 
C
C
A
T
G
C
C
A
U
G
G
G
T
A
C
G
G
U
A
C

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Genexpressie bij PROkaryoten
Deel 1 BS. 5

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe noemen we deze manier van regelen van een biologisch proces?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noemen we deze manier van regelen? (Als tryptofaan afwezig is ontstaan enzymen voor de productie ervan. Als tryptofaan aanwezig is ontstaan deze stoffen niet)

Slide 16 - Open vraag

structuurgenen
Regulatorgen
Lactose
Transcriptie
Translatie
Repressor
Lactase

Slide 17 - Sleepvraag

Doen
Maak opdracht 28 en 29 (en lees bs. 5 goed door).

Slide 18 - Tekstslide

Genexpressie in eukaryoten
Thema 4 DNA BS. 5

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Welk type stamcel wordt gebruikt in de techniek in het filmpje?
A
Omnipotent: kan ontwikkelen tot ieder weefseltype
B
Pluripotent: kan ontwikkelen tot de meeste weefseltypen
C
Multipotent: kan zich ontwikkelen tot een beperkt aantal weefseltypen

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Genregulatie bij volwassen organismen
  • Regulatie van transcriptie (= vorming RNA)
  • Regulatie van RNA-transport naar cytoplasma
  • Regulatie van translatie (= vorming van eiwit)
  • Compacter maken van DNA, waardoor het niet meer kan worden afgelezen.
  • DNA-methylering, zodat het niet meer kan worden afgelezen.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

RNA interferentie: een biologisch verschijnsel

Slide 27 - Tekstslide

Epigenetica
Tak van de wetenschap. Houdt zich bezig met het bestuderen van omkeerbare veranderingen in de activiteit van genen die niet het gevolg zijn van veranderingen in de basenvolgorde. 

  • Bijvoorbeeld door methylering

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Sleep de juiste definitie naar de juiste uitleg....
Aan- of uitzetten van genen in een cel
DNA - RNA - eiwit
Cellen die zich kunnen ontwikkelen tot elk celtype
Geprogrammeerde celdood
Bestudeert omkeerbare veranderingen in DNA  zonder verandering in  nucleotiodevolgorde
Genregulatie
Genexpressie
Apoptose
Stamcellen
Epigenetica

Slide 30 - Sleepvraag

Doen
  • Heel goed doorlezen bs. 5
  • Maken opdracht 30 t/m 37 

Slide 31 - Tekstslide