3 m2 les 2


Pak je leesboek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Pak je leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Doel:  ik weet hoe ik samengestelde woorden moet schrijven.

1. Vrij lezen. Vragen over boekverslag?
2. Woorddictee (blz. 108).
3. Herhaling samengestelde woorden. 
Maken Spelling hs 3 (blz. 107) opdracht 4 t/m 6.
4. Nakijken.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


nog bespreken toets sollicitatiebrief.

Slide 5 - Tekstslide


Correctiemodel schrijfopdracht
Schrijfvaardigheid: 14 punten totaal


Aftrek inhoud: maximaal 7 punten
Indien de volgende elementen geheel of gedeeltelijk onjuist zijn of ontbreken: 
• Vindplaats en datum vacature. 1
• Functie waarnaar je solliciteert. 1
• Wat spreekt jou aan in de functie? 1
• Waarom ben jij de geschikte persoon voor deze baan? Met minimaal één voorbeeld. (Is het duidelijk dat je voldoet aan de functie-eisen?) 1
• Verwijzing naar bijlage (curriculum vitae). 1
• Je geeft aan dat je je motivatie graag mondeling wilt toelichten. 1
• Beleefde slotzin. 1








Slide 6 - Tekstslide

Aftrek taalgebruik: maximaal 4 punten
• 1 of 2 formuleringsfouten 1
• 3 of 4 formuleringsfouten 2
• 5 of meer formuleringsfouten 3
• 1 of 2 spelfouten 1
• 3 of meer spelfouten 2
• 2 of meer interpunctiefouten 1

Slide 7 - Tekstslide

Aftrek presentatie/conventies: maximaal 3 punten
• Voornaam/-letter, achternaam, straat, huisnr., postcode, plaatsnaam afzender 1
• Instantie, naam, straat, huisnummer, postcode, plaatsnaam geadresseerde 1
• Plaats en datum 1
• Onderwerp brief (Betreft: …) 1
• Aanhef 1
• Witregel na aanhef 1
• Witregel voor slotformule 1
• Slotformule 1
• Ondertekening en/of naam 1
• Alinea-indeling 1
• Samenhang 1
• Logische volgorde 1
• Passend taalgebruik 1
• Verzorgde indruk 1

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht Journaal: op los blaadje, inleveren!

1. Je kijkt naar het journaal en schrijft 3 begrippen/uitdrukkingen op die je niet goed begrijpt.
2. Je schrijft erbij bij welk onderwerp deze woorden aan bod kwamen. 
3. Je zoekt op (woordenboek, internet, overleg met klasgenoten) wat de woorden betekenen. De betekenis schrijf je op en je maakt per moeilijk woord een duidelijke voorbeeldzin waaruit de betekenis naar voren komt. 
4. Inleveren!

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf een kort, spannend verhaal met één van de volgende beginzinnen:


Ik dacht dat ik alleen thuis was. 

Ik heb ze gezien, dat weet ik zeker. 

De deur sloeg met een klap dicht.

Slide 10 - Tekstslide

Periode 3

- 7 februari: SO spelling hs 3 + 4
- 8 februari: inleveren boekverslag 2
- 21 februari: SO samenvatting schrijven

- week 3 april: GPW3
Lezen hs 1 t/m 5
Woordenschat hs 3 
Spelling hs 5

Slide 11 - Tekstslide