Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Meervoud, verkleinwoord, leenwoord
Meervouden
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.
Dit meervoud kan op verschillende manieren worden gevormd:
- meervoud op
-en/-ën
- meervoud op
's
- meervoud op
-s
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Meervouden
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.
Dit meervoud kan op verschillende manieren worden gevormd:
- meervoud op
-en/-ën
- meervoud op
's
- meervoud op
-s
Slide 1 - Tekstslide
Woorden die eindigen op -ie krijgen in het meervoud -ën. Als de klemtoon op de ie valt komt er een extra e bij.
Knie - knieën Drie - drieën
Bacterie - bacteriën Kolonie - koloniën
Woorden die eindigen op -ee krijgen in meervoud ën
Zee - zeeën
Slide 2 - Tekstslide
Welke meervoudsregel hoort erbij?
pandemie
A
meervoud op -ën
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
geen meervoud
Slide 3 - Quizvraag
Als een zelfstandig naamwoord eindigt op -ie, komt er in het meervoud -ën achter als de klemtoon wel/niet op -ie valt.
A
wel
B
niet
Slide 4 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
reparatie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -ën
D
Geen meervoud
Slide 5 - Quizvraag
Welke woorden krijgen in het meervoud -ën erbij?
A
Zee
B
Epidemie
C
Bacterie
D
Melodie
Slide 6 - Quizvraag
Welke meervoudsregel hoort erbij?
fee
A
meervoud op -en
B
meervoud op -ën
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud
Slide 7 - Quizvraag
Woorden die eindigen op -ee krijgen -ën in het meervoud.
A
Ja, bijvoorbeeld logee. Dit wordt logeeën.
B
Ja, bijvoorbeeld idee. Dit wordt ideeën.
C
Nee, zij krijgen alleen een -n.
D
Nee, zij krijgen alleen een trema.
Slide 8 - Quizvraag
Meervoud
A
garages
B
garage's
Slide 9 - Quizvraag
Meervoud
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxie's
Slide 10 - Quizvraag
Meervoud
A
dominee's
B
dominees
Slide 11 - Quizvraag
verkleinwoorden
Verkleinwoorden
Woorden die eindigen op
-i
-> krijgen er een
-etje
in het verkleinwoord:
taxi -> taxi
etje
bikini -> bikini
etje
Woorden die
eindigen op -y
met
een medeklinker ervoor
-> krijgen een
apostrof (')
in het verkleinwoord.
lolly
'tje
baby
'tje
spr
a
ytje
(voor de -
y
staat geen medeklinker
maar een klinker).
Slide 12 - Tekstslide
Verkleinwoorden
A
woningkje
B
woninkje
C
woningetje
Slide 13 - Quizvraag
Een verkleinwoord is altijd een
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord
Slide 14 - Quizvraag
Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van "arm"?
A
Armetje
B
Armkje
C
Armje
D
Armpje
Slide 15 - Quizvraag
verkleinwoorden
Wat is het verkleinwoord van baby?
A
babytje
B
babietje
C
baby'tje
D
kleine baby
Slide 16 - Quizvraag
Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van appel?
A
appeltje
B
appelje
C
appel'tje
D
appeletje
Slide 17 - Quizvraag
Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
Kano'tje
B
Kanotje
C
Kanoo'tje
D
Kanootje
Slide 18 - Quizvraag
Leenwoorden
Woorden uit een andere taal die wij overnemen noemen we leenwoorden.
Bijvoorbeeld: rockband, puppies, ballon, schnitzel, ambulance.
Slide 19 - Tekstslide
Koppelteken
Engelse leenwoorden: als het rechterdeel een voorzetsel is
time-out
make-up
Slide 20 - Tekstslide
Engelse leenwoorden
>
Is het een
samenstelling
? Dan is het één woord.
Latenightshow, voicemail, liveshow
Slide 21 - Tekstslide
Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
coverstory
B
eye liner
C
glamourgirl
D
make-up
Slide 22 - Quizvraag
Een samenstelling van een Engels leenwoord schrijf je
A
als één woord
B
met een koppelteken
C
los van elkaar
Slide 23 - Quizvraag
Hoe heet het accent op het Franse leenwoord enquête?
A
accent aigu
B
accent grave
C
Frans accent
D
accent circonflexe
Slide 24 - Quizvraag
Hoe heet het accent op het Franse leenwoord crèche?
A
accent aigu
B
accent grave
C
Frans accent
D
accent circonflexe
Slide 25 - Quizvraag
Zelf oefenen!
Ga zelf aan de slag met:
trainen
oefentoetsen
https://www.cambiumned.nl/spelling/
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Taalverzorging - test
November 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
woe 13-4 jou jouw als dan overtreffende trap
April 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Meervoud zn
Maart 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
24/1 1hv spelling meervoud s
Januari 2022
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling 2F (Taalblokken 4)
Oktober 2023
- Les met
46 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1x BME Spelling les 5
Oktober 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herh. H.4 +5 NN5 Meervoudsvormen 4GT
April 2020
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
spelling H2 en H3
Januari 2019
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1