1x BME Spelling les 5

Welkom bij Nederlands
Leg klaar: lesboek, schrift, pen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Leg klaar: lesboek, schrift, pen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Instructie spelling
10 minuten
Zelfstandig werken
20 minuten
Nakijken
10 minuten
Verwerkingsopdracht
30 minuten
Formulier invullen
15 minuten
Afsluiten
1 minuut

Slide 2 - Tekstslide

meervoud zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Meervouden
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.

Dit meervoud kan op verschillende manieren worden gevormd: 
- meervoud op -en/-ën 
- meervoud op 's
- meervoud op -s


Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord

Meervoud op -en:

  • boek - boeken
  • boom - bomen
  • huis - huizen
  • kat - katten

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord: meervoud
  1. meervoud op -s 
    tafel- tafels
    of
  2. -'s
Baby - Baby's

Slide 6 - Tekstslide

Woorden die eindigen op -ie krijgen in het meervoud -ën. Als de klemtoon op de ie valt komt er een extra e bij. 

Knie - knieën                  Drie - drieën
Bacterie - bacteriën     Kolonie - koloniën

Woorden die eindigen op -ee krijgen in meervoud ën
Zee - zeeën


Slide 7 - Tekstslide

Welke meervoudsregel hoort erbij?


pandemie
A
meervoud op -ën
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
geen meervoud

Slide 8 - Quizvraag

Welke meervoudsregel hoort erbij?



reparatie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -ën
D
Geen meervoud

Slide 9 - Quizvraag

Welke woorden krijgen in het meervoud -ën erbij?
A
Zee
B
Epidemie
C
Bacterie
D
Melodie

Slide 10 - Quizvraag

Welke meervoudsregel hoort erbij?



fee
A
meervoud op -en
B
meervoud op -ën
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 11 - Quizvraag

Meervoud
A
garages
B
garage's

Slide 12 - Quizvraag

Meervoud
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxie's

Slide 13 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Tekstslide

Tussenletter -e-  in een samenstelling
Is het linkerdeel een zelfstandig naamwoord? 
NEE!    Schrijf dan altijd een -e- !

WANT: 
  • het linkerdeel is: bijvoeglijk naamwoord oudejaarsavond
  • het linkerdeel is: werkwoord knarsetanden

Slide 16 - Tekstslide

Tussenletter -en in een samenstelling
Heeft het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord met een meervoud dat eindigt op -en?
JA! Schrijf -en!

       eikenboom, bejaardenflat, apenkooi

Maar let op! Het is apetrots want 'ape' is een versterkend bijvoeglijk naamwoord = heeft 'erg' in de betekenis: erg trots

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Spelling blok 3 opdracht 6, 7 en 8 + blok 4 opdracht 4 en 5.




Hoe: zachtjes overleggen mag
Klaar: werk aan je boekopdracht of lees in je boek
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Meervoudsvormen oefenen
timer
25:00

Slide 19 - Tekstslide