Formatieve toets grammatica zinsdelen

Formatieve toets grammatica zinsdelen
2hv - 2022
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formatieve toets grammatica zinsdelen
2hv - 2022

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan volgorde:
1
2
3
4
5
6
7
pv
o
wg
Lv
mv
bwb
streepjes

Slide 2 - Sleepvraag

Waar staat de afkorting 'bwb' voor?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de zin:
In Plopsaland is mijn broertje gelukkig gevonden na een zoektocht van een uur!

Slide 4 - Open vraag

Vanmorgen hebben mijn zusjes bij bakkerij Özen een Turks brood besteld.
Welke verdeling in zinsdelen is goed?
A
Vanmorgen hebben/ mijn zusjes/bij bakkerij Özen/ een/ Turks brood/ besteld
B
Vanmorgen/hebben/ mijn zusjes/bij bakkerij Özen/ een Turks brood/besteld
C
Vanmorgen hebben mijn zusjes/Bij bakkerij Özen een Turks brood/besteld

Slide 5 - Quizvraag

Vanmorgen hebben mijn zusjes bij bakkerij Özen een Turks brood besteld.
Wat is het LV in deze zin?
A
vanmorgen
B
mijn zusjes
C
een Turks brood
D
bij bakkerij Özen

Slide 6 - Quizvraag

Niemand mag dat brood aan de eendjes geven.
Aan de eendjes is....
A
lijdend voorwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het gezegde (wg of ng) in de volgende zin: Mijn buurvrouw is door corona heel erg ziek geworden.
A
is
B
is geworden
C
is [ ziek ] geworden
D
is [heel erg ziek] geworden

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de bwb in de volgende zin: Mijn buurvrouw is door corona heel erg ziek geworden.
A
mijn buurvrouw
B
door corona
C
heel erg ziek
D
ziek

Slide 9 - Quizvraag

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?
A
Aan wie / Voor wie + wg?
B
Wie of wat + wg + o?
C
Wie of wat + wg + o + lv
D
Aan wie / Voor wie + wg + o + lv?

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Klas 2 leert het lijdend voorwerp vinden.
A
Klas 2
B
leert
C
het lijdend voorwerp
D
vinden

Slide 11 - Quizvraag

Door de boeken van Rupsje Nooitgenoeg ben ik van rupsjes gaan houden. Welke uitspraak is waar?
A
De boeken van Rupsje Nooitgenoeg is hier het onderwerp
B
Ik is het onderwerp.
C
Ben gaan houden is hier naamwoordelijk gezegde
D
Rupsjes is onderwerp

Slide 12 - Quizvraag

Houdt het nou nooit op?
Het gezegde hier is...
A
nou
B
nooit
C
houdt
D
houdt op

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in de zin:
In Plopsaland is mijn broertje gelukkig gevonden na een zoektocht van een uur!

Slide 14 - Open vraag

Bevat de zin alle van de hierna genoemde zinsdelen: ow – wg – lv – bwb:
Vol spanning zaten wij te kijken naar de finale van Expeditie Robinson.
A
wel
B
niet

Slide 15 - Quizvraag

Deze zin bevat een lijdend voorwerp:
Vorige week is mijn oma 80 jaar geworden.

A
wel
B
niet

Slide 16 - Quizvraag

Bevat de zin alle van de hierna genoemde zinsdelen: ow – wg – lv – bwb:
Voor mijn verjaardag heb ik een prachtig schilderij gekregen.

A
wel
B
niet

Slide 17 - Quizvraag

Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling:
In de grote pauze ontstond er op het schoolplein een enorme rel tussen twee klassen.

A
wel
B
niet

Slide 18 - Quizvraag

Ontleed deze zin:
De leraar gaf me lachend een onvoldoende.

Slide 19 - Open vraag

Welk onderdeel wil je jezelf nog meer in trainen?
Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Samengestelde zinnen

Slide 20 - Poll