--> Schommelingen van populaties in ecosystemen verklaren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
8.4 Veranderingen in ecosystemen
Vandaag kun je:
--> Schommelingen van populaties in ecosystemen verklaren
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van abiotische factor van invloed op een konijn?
A
Hoeveelheid andere konijnen
B
Hoeveelheid wortels in de grond
C
Grondsoort in de leefomgeving
D
Hoeveelheid vossen in de leefomgeving
Slide 2 - Quizvraag
Biotische factoren= invloed van andere organismen op een organisme. Vb:
Concurrenten
Voedsel
Predatoren
Ziekteverwekkers
Enz...
Abiotische factoren: invloed van de niet-levende natuur op een organisme. Vb:
Water
Wind
Zon
Aarde
Zoutgehalte
Enz..
Slide 3 - Tekstslide
Regulerende factoren op een populatie
biotische/abiotische factoren
Intraspecifieke concurrentie
Interspecifieke concurrentie (predatie!)
Slide 4 - Tekstslide
Tolerantiegrenzen
Slide 5 - Tekstslide
Welke curve is de blauwe reiger?
Slide 6 - Tekstslide
Welke curve was de Blauwe reiger?
A
grafiek Q
B
grafiek P
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van beperkende factor voor een boom?
A
Het hebben van een hoeveelheid bladeren.
B
De aanwezigheid van stikstof in de lucht.
C
De hoeveelheid water in de grond.
D
De aanwezigheid van konijnen in de buurt.
Slide 8 - Quizvraag
Predator-prooirelatie
Carnivoren
Herbivoren
Omnivoren
Predatoren: soorten die op andere soorten bouwen voor hun energievoorziening. (OOK herbivoren)
Slide 9 - Tekstslide
De grenzen zijn vaak vaag..
Slide 10 - Tekstslide
Predator-prooirelatie
Slide 11 - Tekstslide
Reguleren de lemmingen de hermelijnen?
A
Ja
B
Nee
C
Dat kun je niet concluderen
D
Waarschijnlijk wel
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Hoe kom je er achter hoeveel dieren ergens wonen?
Alles tellen
Sporen tellen --> gokken (nesten, uitwerpselen)
Karkassen tellen
Slide 14 - Tekstslide
Vangst-terugvangstmethode
Biologen doen een vangst binnen een populatie
Merken de dieren
Zetten ze uit
Later: weer een vangst
tellen het aantal gemerkte dieren
Geeft een goede indicatie van een populatie!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Een ecoloog wil het aantal konijnen in een bepaald afgeschermd natuurgebied gaan bepalen. Hiervoor gebruikt hij de methode van vangen, merken en terugvangen.
Bij de eerste vangst vangt de ecoloog in totaal 44 konijnen, die vervolgens een ring om de poten krijgen. Deze konijnen worden weer losgelaten. Een week later vangt hij opnieuw konijnen. Dit keer 34 stuks, waarvan er 4 een ring om de poten hebben. --> N=(n1xn2)/n3 ???
Bereken de grootte van de konijnenpopulatie.
Slide 17 - Tekstslide
William wil het aantal egels in een groot stadspark gaan bepalen. Hij gebruikt daarvoor de methode van merken, vangen en weer terugvangen. Met zijn 5 egelvallen vangt hij de eerste keer in totaal 4 egels, die hij markeert met een rode stip. De egels worden weer losgelaten en drie dagen later vangt William weer egels. Hij vangt er nu 6 waarvan 2 egels een stip hebben.