MMA3 - 3.2 Planten

3.2 Planten

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Planten

Slide 1 - Tekstslide

3.2 leerdoelen
  • De vier organen van de plant kunnen benoemen, met de bijbehorende taak.
  • De weefsels van een blad kunnen benoemen en de opbouw van een blad kennen.
  • Kunnen benoemen welke stoffen planten nodig hebben en hoe ze deze stoffen opnemen.
  • Kunnen uitleggen hoe en welke stoffen vervoert worden in de plant.

Slide 2 - Tekstslide

Functies van plantenorganen
  • Wortels: Opzuigen van water met mineralen uit de bodem.
  • Stengel: Vervoeren van water en opgeloste stoffen.
  • Bladeren: Fotosynthese (voedingsstoffen maken).
  • Bloem: Zorgt voor de voortplanting.

Slide 3 - Tekstslide

Weefsel in blad
  • Wat is een weefsel? 
  • 4 weefsels in een blad:  
  1. opperhuid
  2. nerf
  3. bladmoes
  4. huidmondje

Slide 4 - Tekstslide

Weefsels in een blad

Slide 5 - Tekstslide

Opnemen van stoffen
  • Via de huidmondjes in de bladeren komt koolstofdioxide de plant binnen. Wordt gebruikt voor fotosynthese.
  • Via de wortelharen zuigt de plant water en mineralen op. Dit wordt gebruikt voor transport, fotosynthese en het vullen van de vacuoles.

Slide 6 - Tekstslide

Huidmondjes
Hierdoor ademt de plant

Slide 7 - Tekstslide

wortelharen

Slide 8 - Tekstslide

Hoe vervoeren planten stoffen?
  • De stoffen gaan via vaten door de plant heen.
  • De vaten in een plant lopen vanaf de wortels tot in de nerven van de bladeren.

  • Vaten liggen in groepen bij elkaar; de vaatbundels.
  • Een vaatbundel bestaat uit 2 soorten vaten:
  1. Houtvaten
  2. Bastvaten

Slide 9 - Tekstslide

Vaatbundels in een plakje stengel
Bastvaten en houtvaten 

Slide 10 - Tekstslide



In de vaatbundels zitten:

Houtvaten:
Vervoeren water en mineralen
Omhoog.

Bastvaten:
Vervoeren water en glucose
naar beneden

Slide 11 - Tekstslide

Vragen over 3.1 en 3.2

Slide 12 - Tekstslide

Noem 3 soorten ecosystemen

Slide 13 - Open vraag

Noem 2 biotische factoren die invloed hebben op een koolmees

Slide 14 - Open vraag

Voorjaarbloeiers die bloeien vroeg in het voorjaar. Door welke a-biotische factor komt dit?

Slide 15 - Open vraag

Wat is geen aanpassing van een plant aan een droge omgeving?
A
weinig bladeren
B
dunne bladeren
C
behaarde bladeren
D
bladeren met een waslaag erover

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor tanden kan een koe hebben?
A
plooikiezen
B
plantkiezen
C
knipkiezen
D
knobbelkiezen

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort snavel is dit?
A
zeefsnavel
B
pincetsnavel
C
platte snavel
D
kegelsnavel

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 19 - Quizvraag

Welke soort vaten vervoert water en mineralen? Welke richting gaat dit op?

Slide 20 - Open vraag

Hoe heet de plek waar er CO2 de plant binnengaat?

Slide 21 - Open vraag

Waar gebruikt een plant water voor? Noem 3 redenen.

Slide 22 - Open vraag

Hoe heet nummer 10?

Slide 23 - Open vraag

Nu en huiswerk
Maak van paragraaf 3.2 de opdrachten: 

Slide 24 - Tekstslide