thema 7 les 6

Je leert de betekenis van de volgende woorden:
bekrompen     ruimdenkend     overgevoelig     koelbloedig     gelaten     desalniettemin     sjorren      tolereren     wezenlijk  
zich verheffen      
eigen haard is goud waard
op onbegrip stuiten   
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Je leert de betekenis van de volgende woorden:
bekrompen     ruimdenkend     overgevoelig     koelbloedig     gelaten     desalniettemin     sjorren      tolereren     wezenlijk  
zich verheffen      
eigen haard is goud waard
op onbegrip stuiten   

Slide 1 - Tekstslide

Welke woorden ken je al?
bekrompen ruimdenkend overgevoelig koelbloedig gelaten desalniettemin sjorren tolereren wezenlijk
zich verheffen
eigen haard is goud waard
op onbegrip stuiten

Slide 2 - Woordweb

Kun je de betekenis van de woorden raden?

Slide 3 - Tekstslide

bekrompen
A
Als je begrip hebt voor de wensen en ideeën van andere mensen.
B
gevoelig
C
zonder iets terug te doen of zeggen
D
Als je weinig begrip hebt voor de wensen en ideeën van anderen.

Slide 4 - Quizvraag

ruimdenkend
A
Als je begrip hebt voor de wensen en ideeën van andere mensen.
B
Als je weinig begrip hebt voor de wensen en ideeën van anderen.
C
gevoelig
D
toelaten dat iets gebeurt

Slide 5 - Quizvraag

overgevoelig
A
verdrietig
B
gevoelloos
C
te gevoelig
D
gevoelig

Slide 6 - Quizvraag

koelbloedig
A
koud
B
ijzig
C
kalm
D
slang

Slide 7 - Quizvraag

gelaten
A
zonder iets terug te doen of te zeggen
B
zonder in paniek te raken
C
zonder boos te worden
D
zonder hond naar buiten

Slide 8 - Quizvraag

desalniettemin
A
echt
B
toch
C
zonder
D
later

Slide 9 - Quizvraag

sjorren
A
duwen
B
verplaatsen
C
dragen
D
trekken

Slide 10 - Quizvraag

tolereren
A
tol heffen
B
toelaten dat iets gebeurt
C
tol betalen bij een tolweg
D
zorgen dat iets gebeurt

Slide 11 - Quizvraag

wezenlijk
A
een individu
B
iets wat iemand zeer zeker doet
C
iets wat de belangrijkste kenmerken van een persoon raakt
D
een dier

Slide 12 - Quizvraag

zich verheffen
A
trap lopen
B
omhooggaan
C
opstijgen
D
opstaan

Slide 13 - Quizvraag

eigen haard is goud waard
A
het is het fijnst om in je eigen huis te zijn
B
je huis is heel veel waard in geld
C
een vuur maken in de haard houd je warm
D
vuur kon je vroeger voor veel geld doorverkopen

Slide 14 - Quizvraag

op onbegrip stuiten
A
je snapt er niets van
B
iemand vindt het moeilijk om iets te leren
C
iemand vindt het moeilijk om door t e leren
D
iemand wordt niet begrepen door een ander

Slide 15 - Quizvraag

Hoe gingen de woorden de eerste keer?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Je krijgt 20 minuten om de woorden te leren.
Zo ga je dat doen:
Lees de woorden en betekenissen in je taalboek.
Lees de tekst waar de woorden in staan.
Maak de opdrachten van de taalles.
Vul de woorden en betekenissen in in quizlet.

Slide 17 - Tekstslide

Van welke woorden ken jij nu de betekenis?

Slide 18 - Tekstslide

desalniettemin

Slide 19 - Open vraag

zich verheffen

Slide 20 - Open vraag

sjorren

Slide 21 - Open vraag

wezenlijk

Slide 22 - Open vraag

koelbloedig

Slide 23 - Open vraag

gelaten

Slide 24 - Open vraag

bekrompen

Slide 25 - Open vraag

overgevoelig

Slide 26 - Open vraag

ruimdenkend

Slide 27 - Open vraag

eigen haard is geld waard

Slide 28 - Open vraag

op onbegrip stuiten

Slide 29 - Open vraag

Hoe gaan de woorden nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll