Assertiviteit 1 & 2


Assertiviteit   
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Assertiviteit   

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Planning van de les


 

  • Terugblikken vorige les
  • Vormen van reageren
  • Ongewenste intimiteit 
  • Praktijksituaties
  • Vragen over de eindopdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblikken vorige les
Johari venster: 
Open ruimte vergroten ->
meer van jezelf vertellen
feedback krijgen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Doel van de les 

  • Aan het einde van de les kan je de soorten manieren van reageren benoemen.

  • Aan het einde van de les ken je het verschil tussen intimiteit en ongewenste intimiteit.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten wie je bent, wat je wil, nodig hebt ....
In je de praktijk of in je privé zal je regelmatig in situaties komen waarbij jouw belangen en behoeften botsen  met die van een ander.

In dergelijke situatie kun je op drie manieren reageren: 
non-assertief,  
assertief of 
agressief.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent
Assertief reageren?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Assertiviteit
zelfverzekerd en op een rustige wijze 

opkomen voor jezelf 

en je eigen belangen en behoeften, 
zonder de ander te kwetsen 
of diens belangen te ontkennen of te schaden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk
om voor jezelf op te komen?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Assertief reageren is de beste manier van reageren. Het is belangrijk dat je kunt opkomen voor je eigen belangen.
Als je opkomt voor je eigen belangen, dan:
A
Blijft het contact goed met collega's, cliënten en leidinggevende.
B
Houd je plezier in je werk en kun je ontspannen blijven.
C
Krijgen cliënten beter contact met jou, je collega's en hun familieleden.
D
Zet je jezelf op de eerste plaats, boven het belang van anderen.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Non-assertiviteit (subassertiviteit): 
je durft niet te reageren, je houdt je in, je komt niet voor je belangen op, hierdoor lijkt het erop dat je instemt met de situatie.

Agressief: 
reageren door hun eigen belangen en behoeften veilig te stellen. Ze worden boos, gaan zich verdedigen, en/of vallen de ander met woorden aan. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 voorbeeld waarbij
jouw belangen en behoeften
botste met die van een ander.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken

1. We laten elkaar uitpraten.
2. We respecteren elkaars antwoorden.
3. Als je wil reageren, steek je een hand op in Teams.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Voor de meeste mensen is intimiteit belangrijk. Waar denk jij aan als er gesproken wordt over intimiteit, probeer dit te koppelen naar de praktijk! Motiveer je antwoord.

Slide 14 - Open vraag

Denk na over het onderwerp intimiteit.
1. Begrijp je alle reacties?
2. Vind je alle reacties passen?
3. Wat is jouw conclusie uit deze borddiscussie?
Intimiteit 
Intimiteit heeft te maken met nabijheid en vertrouwen. Intimiteit kan lichamelijk zijn, maar dat hoeft niet. Het kan ook gaan om een sfeer van vertrouwelijkheid. 

Ongewenste intimiteit heeft te maken met intimiteit van iemand anders die tegen de zin van het slachtoffer plaatsvinden en als ongewenst worden ervaren. 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraken over intimiteit zijn juist?
A
Intimiteit heeft alles te maken met vertrouwelijkheid.
B
Een kind heeft voor zijn ontwikkeling geen intimiteit nodig.
C
Intimiteit kan lichamelijk zijn, maar het hoeft niet.
D
Intimiteit is een soort seksualiteit.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat hebben we besproken?

Manieren van reageren: assertief, non-assertiviteit en agressief 

Intimiteit en ongewenste intimiteit 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Praktijksituatie 
om thuis te maken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

René (24) verblijft in een revalidatiekliniek. Hij revalideert van een ernstig motorongeval, waarbij hij zowel zijn linke onderarm als linke onderbeen is kwijtgeraakt. 

René’s hele prikbord hangt vol met pin-ups van blote vrouwen. Iedere dag komt er wel weer een nieuwe bij. Het valt Angelique, beroepskracht MZ, op dat hij vaak de Playboy zit te lezen.
In haar ogen maakt hij vaak seksistische opmerkingen. Ze heeft er een hekel aan.
René begroet haar met: ‘Ha, lekker ding. Dat is nou het mooie van zo'n kliniek, hè. De meiden komen vanzelf naar je toe.’ ‘Ja, hoor, daar zijn we weer’, zegt Angelique zuchtend.


Met een ‘big smile’ kijkt René haar na als ze de gordijnen opent. ‘Kunnen die broeken niet ingeruild worden voor jurkjes? Dan heb ik in ieder geval iets leuks om naar te kijken. Angelique reageert niet.

Angelique reageert niet en gaat spullen pakken om hem te wassen. ‘O, heerlijk, jij gaat me weer eens lekker verwennen. Als ik het kon, zou ik alvast alles uittrekken.’ ‘Gelukkig dan maar dat je dat niet kunt’, zegt Angelique. Ze moet de neiging onderdrukken om de bak met koud water te vullen. Bah, wat heeft ze een hekel aan dit soort mannen.
In gedachten verzonken begint Angelique met de wasbeurt. ‘O, geweldig, zuster Angelique, wat doe je dat toch lekker. Eerlijk gezegd zou ik jou wel bij me in bed willen hebben, voor een lekkere verwenpartij. Kan ik je daarvoor niet inhuren?’
Angelique ontploft bijna van kwaadheid, en loopt daarom maar snel de gang op. Daar haalt ze een keer diep adem. Ze weet niet wat ze nu moet doen. Waarom overkomen dit soort dingen haar altijd?

Slide 19 - Tekstslide

1. Gaat het om een ongewenste intimiteit?

2. Bij welke uitspraken kun jij je voorstellen dat iemand daar agressief op reageert?

3. Hoe jij zou reageren op René’s uitlatingen. Schrijf zo concreet mogelijk op wat je bij iedere uitspraak zou zeggen of doen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat zal je het meest bij blijven van deze les?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies