Assertiviteit 22 juni 2021


Assertiviteit 
  
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les


Assertiviteit 
  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Planning van de les


 

  • Terugblikken vorige les
  • Zelfbeeld
  • Vormen van reageren
  • Ongewenste intimiteit 
  • Praktijksituaties

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Doel van de les 

  • Aan het einde van de les kan je de 3 soorten manieren van reageren benoemen.

  • Aan het einde van de les ken je het verschil tussen intimiteit en ongewenste intimiteit.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het maken van de collage liet je nadenken over wie je bent.

Hoe was dat voor jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Als er een groot verschil is tussen iemands zelfbeeld en zijn/haar ideaalbeeld, dan noemen we dit ook wel:
A
lage zelfwaardering
B
hoge zelfwaardering
C
positief zelfbeeld
D
negatief zelfbeeld

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jezelf kennen...




Jezelf leren kennen is een levenslang proces.
Gelukkig hoef je dat niet alleen te doen. 
Ook anderen houden je wel eens een spiegel voor...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten wie je bent, wat je wil, nodig hebt ....
In je de praktijk of in je privé zal je regelmatig in situaties komen waarbij jouw belangen en behoeften botsen  met die van een ander.

Het is handig te weten welke manier het best passend is 
voor jou zelf en voor cliënten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jezelf beter leren kennen 
door het Johari-venster
Je kunt 'erdoor' kijken (of uitleggen) 
wat je van jezelf weet en wat je aan anderen wilt laten zien.

De naam ‘Johari’ is afgeleid van de namen van de ontwikkelaars: Jo seph Luft en Har ry ngham.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt zelf niet door dat je altijd een stuk rustiger bent als de leidinggevende in de buurt is. Je collega’s merken dat wel.
A
Open ruimte
B
Verborgen gebied
C
Blinde Vlek
D
Onbekend Gebied

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt er moeite mee als mensen zeggen dat je iets niet goed doet, maar dat weet niemand van je.
A
Open ruimte
B
Verborgen gebied
C
Blinde Vlek
D
Onbekend Gebied

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wist niet dat je het in je had omdat je bang bent voor bloed, maar toen je getuige was van een verkeersongeval, heb je zonder paniek en op rustige en correcte wijze hulp verleend.
A
Open ruimte
B
Verborgen gebied
C
Blinde Vlek
D
Onbekend Gebied

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen weet dat jij erg nieuwsgierig bent en altijd veel vragen stelt. Dat weet je zelf ook.
A
Open ruimte
B
Verborgen gebied
C
Blinde Vlek
D
Onbekend Gebied

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reëel zelfbeeld

Zowel voor onszelf als voor onze cliënten kan het lastig zijn een realistisch en genuanceerd zelfbeeld op te bouwen.

Genuanceerd betekent dat je zowel positieve als negatieve kanten ziet.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valkuilen
Er kunnen redenen zijn waardoor het voor jou lastig is een waarheidsgetrouw beeld van jezelf te hebben.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luister rustig naar de uitleg
en bepaal per valkuil of 
jouw beeld over jezelf 
hierdoor wordt beïnvloed.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valkuilen 1
  • jezelf verkeerd waarnemen (ik-ben-ik-beleving / zo ben ik nu eenmaal...)
  • anderen verkeerd waarnemen ( bepaalde betekenis geven aan de reactie vd ander)
  • zaken uitleggen vanuit een negatief zelfbeeld; (Ik doe er niet toe en daarom...)
  • zichzelf waarmakende voorspellingen doen; (zie je wel dat het mij nooit lukt)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valkuilen 2
  • niet-reële vergelijkingen maken; (ik moet net zo goed zijn als ...)
  • niet naar de gehele situatie kijken; (vergeten dat er meer aan de hand kan zijn)
  • denken dat de ideale mens bestaat; (je moet perfect zijn)
  • denken dat je eigenschappen óf wel óf niet bezit. (zwart -wit)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb me herkend in ...
1 - 2 valkuilen
3 -5 valkuilen
meer dan 5 valkuilen
helemaal geen valkuilen

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Assertiviteit
zelfverzekerd en op een rustige wijze 
opkomen voor jezelf 
en je eigen belangen en behoeften, 
zonder de ander te kwetsen 
of diens belangen te ontkennen of te schaden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je wanneer je Assertief reageert?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je assertief bent...
A
denk je aan jezelf en de ander
B
denk je alleen aan de ander
C
denk je alleen aan jezelf
D
geef je je grenzen niet aan

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk
om voor jezelf op te komen?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Assertief reageren is de beste manier van reageren. Het is belangrijk dat je kunt opkomen voor je eigen belangen.
Als je opkomt voor je eigen belangen, dan:
A
Blijft het contact goed met collega's, cliënten en leidinggevende.
B
Houd je plezier in je werk en kun je ontspannen blijven.
C
Krijgen cliënten beter contact met jou, je collega's en hun familieleden.
D
Zet je jezelf op de eerste plaats, boven het belang van anderen.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drie manieren van reageren

1 assertief
2 non-assertief 
3 agressief

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 Assertief
- respectvol naar jezelf en de ander
- komt voor zichzelf op

Ontstaat door: zelfvertrouwen en zelfrespect

Gevolgen: je weet waar je aan toe bent bij deze persoon, geeft de mening, laat zelfrespect zien

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 Non-assertief gedrag
- je komt niet voor jezelf op
- voor je leidinggevende lijkt het alsof je het eens bent met hoe het gaat 

Ontstaat door: angst dat je het niet goed genoeg doet op stage

Gevolgen: te vaak 'ja' zeggen leidt tot overbelasting, minder plezier in het werk, stress.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 Agressief gedrag
- voelt zich snel aangevallen
- stellen eigen belangen en behoefte veilig, niet die van een ander

Ontstaat door: onzekerheid 
Gevolgen: anderen zijn bang voor hem/haar, geen relatie met cliënten en collega's, ander voelt zich ongemakkelijk, steeds vaker en sneller agressief

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tim loopt stage en zijn begeleider vraagt hem of hij langer door wil werken vandaag. Hij moet eigenlijk naar een verjaardag, maar zegt: als het echt moet kan het wel. Dit is een voorbeeld van:
A
assertief gedrag
B
agressief gedrag
C
non-assertief gedrag

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tim krijgt feedback van zijn stagebegeleider over zijn 'op tijd' komen. Hij zegt terug: alsof jij nooit te laat bent, ik luister hier niet langer naar. Dit is een vorm van:
A
assertief gedrag
B
agressief gedrag
C
non-assertief gedrag

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belang van assertief gedrag op stage?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van niet assertief gedrag:
  Onzekerheid                                                                         bescheidenheid 

te hoge verwachtingen                                                                               verlegenheid
 
schuldgevoelens                                                                               sterk plichtsbesef 

erbij willen horen                                                                                       bewuste keuze 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assertiviteit laten zien:
Weiger verzoeken die te veel zijn, doe dit zo:
- duidelijk en rustig, 
- in de 'ik' vorm
- leg uit waarom je iets niet wilt
- geef suggesties/oplossingen
- houd het kort. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je stagebegeleider vraagt je de vaatwasser uit te ruimen, maar je bent al 20 minuten over werktijd heen.
Hoe zeg je 'nee' op een assertieve manier?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef 1 tip aan een klasgenoot:
hoe kunnen zij assertief gedrag laten zien op stage?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips:
1. Als je assertief bent wil je het samen goed doen, dus vraag vooral om hulp. 
2. Blijf achter je keuzes staan (ga niet twijfelen als je 'nee' gezegd hebt)
3. Onderhandel als nee zeggen niet mogelijk is, zodat je niet te veel doet. 

4. Gebruik geen smoesjes
5. zeg geen ja, als je nee bedoelt
6. spreek in de ik-vorm
7. denk mee over oplossingen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intimiteit

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intimiteit 
Intimiteit heeft te maken met nabijheid en vertrouwen. Intimiteit kan lichamelijk zijn, maar dat hoeft niet. Het kan ook gaan om een sfeer van vertrouwelijkheid. 

Ongewenste intimiteit heeft te maken met intimiteit van iemand anders die tegen de zin van het slachtoffer plaatsvinden en als ongewenst worden ervaren. 


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Voor de meeste mensen is intimiteit belangrijk. Waar denk jij aan als er gesproken wordt over intimiteit, probeer dit te koppelen naar de praktijk! Motiveer je antwoord.

Slide 41 - Open vraag

Denk na over het onderwerp intimiteit.
1. Begrijp je alle reacties?
2. Vind je alle reacties passen?
3. Wat is jouw conclusie uit deze borddiscussie?

Welke uitspraken over intimiteit zijn juist?
A
Intimiteit heeft alles te maken met vertrouwelijkheid.
B
Een kind heeft voor zijn ontwikkeling geen intimiteit nodig.
C
Intimiteit kan lichamelijk zijn, maar het hoeft niet.
D
Intimiteit is een soort seksualiteit.

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat hebben we besproken?

Manieren van reageren: assertief, non-assertiviteit en agressief 

Intimiteit en ongewenste intimiteit 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Praktijksituatie 
om thuis te maken

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

René (24) verblijft in een revalidatiekliniek. Hij revalideert van een ernstig motorongeval, waarbij hij zowel zijn linke onderarm als linke onderbeen is kwijtgeraakt. 

René’s hele prikbord hangt vol met pin-ups van blote vrouwen. Iedere dag komt er wel weer een nieuwe bij. Het valt Angelique, beroepskracht MZ, op dat hij vaak de Playboy zit te lezen.
In haar ogen maakt hij vaak seksistische opmerkingen. Ze heeft er een hekel aan.
René begroet haar met: ‘Ha, lekker ding. Dat is nou het mooie van zo'n kliniek, hè. De meiden komen vanzelf naar je toe.’ ‘Ja, hoor, daar zijn we weer’, zegt Angelique zuchtend.


Met een ‘big smile’ kijkt René haar na als ze de gordijnen opent. ‘Kunnen die broeken niet ingeruild worden voor jurkjes? Dan heb ik in ieder geval iets leuks om naar te kijken. Angelique reageert niet.

Angelique reageert niet en gaat spullen pakken om hem te wassen. ‘O, heerlijk, jij gaat me weer eens lekker verwennen. Als ik het kon, zou ik alvast alles uittrekken.’ ‘Gelukkig dan maar dat je dat niet kunt’, zegt Angelique. Ze moet de neiging onderdrukken om de bak met koud water te vullen. Bah, wat heeft ze een hekel aan dit soort mannen.
In gedachten verzonken begint Angelique met de wasbeurt. ‘O, geweldig, zuster Angelique, wat doe je dat toch lekker. Eerlijk gezegd zou ik jou wel bij me in bed willen hebben, voor een lekkere verwenpartij. Kan ik je daarvoor niet inhuren?’
Angelique ontploft bijna van kwaadheid, en loopt daarom maar snel de gang op. Daar haalt ze een keer diep adem. Ze weet niet wat ze nu moet doen. Waarom overkomen dit soort dingen haar altijd?

Slide 45 - Tekstslide

1. Gaat het om een ongewenste intimiteit?

2. Bij welke uitspraken kun jij je voorstellen dat iemand daar agressief op reageert?

3. Hoe jij zou reageren op René’s uitlatingen. Schrijf zo concreet mogelijk op wat je bij iedere uitspraak zou zeggen of doen.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies