6.1 Lading en spanning (opg.4-8)

6.1 Lading en spanning
Opgaven 4-8
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

6.1 Lading en spanning
Opgaven 4-8

Slide 1 - Tekstslide

Lading
  • Plus en Min
  • Gelijk stoot elkaar af, ongelijk trekt elkaar aan
  • Atoom heeft protonen (+) in de kern en elektronen (-) eromheen.
  • In metaal bewegen de vrije elektronen = stroom

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
De twee ballen zijn op dezelfde manier geladen
De ene bal is geladen, de andere niet
De twee ballen zijn helemaal niet geladen

Slide 3 - Sleepvraag

5. Tijdens een vlucht kan een vliegtuig geladen worden door wrijving met de lucht. Waarom kan dat gevaarlijk zijn en wat kan je daartegen doen?
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Figuur 8. Elektroscoop

Slide 5 - Tekstslide

6. Leg uit of je met een elektroscoop kan zien of de lading positief of negatief is?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Opgave 7
in NOVA

Slide 7 - Tekstslide

8. Powder coating

Slide 8 - Tekstslide

6.2 Weerstand
maar eerst iets over stroom ..

Slide 9 - Tekstslide

Stroomkring
Bestaat uit:
  • Spanningsbron die energie levert
  • Geleiders (draden) die stroom geleiden
  • Apparaten die energie omzetten

Slide 10 - Tekstslide

Figuur 11. Bepalen van weerstand

Slide 11 - Tekstslide

Schematisch
  • Een spanningsmeter meet tussen twee punten, stroom gaat niet door de meter
  • Een stroommeter meet door een draad, stroom gaat door de meter

Slide 12 - Tekstslide

De lamp boven je bureau geeft licht. Dit kan alleen als de lamp is aangesloten                    een stopcontact. Er staat dan een spanning van 230 V                      de aansluitpunten van de lamp. De lamp staat                         spanning. Er loopt een elektrische stroom                      de lamp.
timer
1:00
door
onder
op
over

Slide 13 - Sleepvraag

Weerstand
  • Letterlijk: iets biedt weerstand tegen de stroom
  • Meer weerstand, minder stroom (bij dezelfde spanning)
  • De eenheid is Ω (Ohm)

Slide 14 - Tekstslide

Wet van Ohm
  • U = I . R
  • Wat zien we hieraan?
  • Weerstand is spanning gedeeld door stroom: R = U / I
  • Als de weerstand constant is dan zijn U en I recht evenredig
  • Zo'n weerstand noemen we een Ohmse weerstand. (fig 6.19b)

Slide 15 - Tekstslide

U = I . R in driehoek
Verband U, I en R

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Lees 6.2 en maak opgaven 12-14.

Werk jouw schrift bij voor de in de les behandelde
opgaven 1-9 van 6.1.

Slide 17 - Tekstslide