Oefenen voor tentamen

Oefenvragen voor het tentamen
4 Kader
9 feb 2023
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenvragen voor het tentamen
4 Kader
9 feb 2023

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met procenten
De vrouwelijke beroepsbevolking bestaat uit 43000 vrouwen en dit is 42% van de totale beroepsbevolking. Hoe groot is de totale beroepsbevolking?




  • Som: 43000 ÷ 42 x 100 = 102.380,95 --> 102.381 personen totaal.
aantal
43000
X
?
%
42
1
100

Slide 2 - Tekstslide

In Groningen is 8% van de beroepsbevolking werkloos. Dat zijn 16.000 personen.
Hoe groot is de beroepsbevolking? (wat is de formule)
A
16.000 ÷ 100 x 8 = 1280
B
16.000 ÷ 0,08 = 200.000
C
16.000 ÷ 8 x 100 = 200.000
D
16.000 x 8 ÷ 100 = 296.000

Slide 3 - Quizvraag

Je sluit een verzekering af. Dan ben jij de ………(verzekeraar/verzekerde).
A
verzekeraar
B
verzekerde

Slide 4 - Quizvraag

Het maandelijks bedrag dat je aan de verzekeraar moet betalen om verzekerd te zijn noemen we:

Slide 5 - Open vraag

Samenwerking tussen rijke landen en ontwikkelingslanden om de welvaart in ontwikkelingslanden te vergroten
A
Ontwikkelingslanden
B
Structurele hulp
C
Ontwikkelings- samenwerking
D
Noodhulp

Slide 6 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
slechte infrastructuur
B
monocultuur
C
snelle bevolkingsgroei
D
weinig analfabetisme

Slide 7 - Quizvraag

De waarde in euro's van alle geïmporteerd producten noem je:
A
Exportwaarde
B
Importwaarde
C
Importeur
D
inkoopwaarde

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer een land zich eenzijdig richt op een of enkele producten
A
wordt het kwetsbaar voor prijsschommelingen
B
wordt het minder kwetsbaar voor prijsschommelingen
C
kan het zijn economie verstevigen

Slide 9 - Quizvraag

Buffervoorraden zijn er om
A
prijsschommelingen tegen te gaan
B
de ruilvoet te verbeteren
C
het nationaal inkomen te verhogen

Slide 10 - Quizvraag

Een ander woord voor
doorvoerhandel is ...
A
wederinvoer
B
invoer
C
wederuitvoer
D
uitvoer

Slide 11 - Quizvraag

Wederuitvoer: wanneer iets geïmporteerd wordt en je dit zonder er iets mee te doen verkoopt in Nederland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de Brexit?
A
Britain verlaat de Europese Unie
B
een bekend gebouw in London
C
Stadion in Glasgow
D
Brug in Wales

Slide 13 - Quizvraag

Een supermarkt. Collectieve sector of particuliere sector?
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector

Slide 14 - Quizvraag

welke sector wilt graag winst maken
A
collectieve sector
B
Obama sector
C
particuliere sector
D
secundaire sector

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de Europese Unie?
A
De munt eenheid waar wij mee betalen.
B
Een organisatie van 27 Europese landen die nauw met elkaar samen werken.
C
Alle landen van de wereld die samen werken voor handel.
D
Nederland, België en Luxemburg

Slide 16 - Quizvraag

Wat doet Nederland eigenlijk in de Europese Unie?
A
wij profiteren enorm van de vrije toegang in Europese markt
B
Tja, we zitten er nu eenmaal in dus, ja, we doen gezellig mee.
C
niets, we moeten maken dat we er weg komen
D
We zitten in de EU zodat we ook een Euromunt hebben

Slide 17 - Quizvraag

In de Europese Unie (EU) is geen vrijhandel.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag