6.3 Koolstofkringloop en stikstofkringloop

6.3 Koolstofkringloop en stikstofkringloop
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

6.3 Koolstofkringloop en stikstofkringloop

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nu al en wat nog niet?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe wordt dit
genoemd (klikken
om groter te maken)
A
Voedselketen
B
voedselweb
C
kringloop

Slide 3 - Quizvraag

In een voedselpiramide van biomassa is er energieverlies door ....
A
verbranding en voeding
B
fotosynthese en voeding
C
verbranding en onverteerbare stoffen
D
Fotosynthese en onverteerbare stoffen

Slide 4 - Quizvraag

Welke piramide hoort waar?
Piramides van Biomassa
Piramides van aantallen

Slide 5 - Sleepvraag

Producent
 Consument
Reducent
Voedingsstoffen maken
Resten afbreken tot mineralen
Voedingsstoffen gebruiken

Slide 6 - Sleepvraag

Wie is de producent?
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 7 - Quizvraag

Wie zijn reducenten?
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 8 - Quizvraag

Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reduceren

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel organismen zitten er in de langste keten
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 10 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen heeft de eerste schakel van een voedselketen nodig?
A
An-organische stoffen voor de verbranding
B
Organische stoffen voor de verbranding
C
An-organische stoffen voor de fotosynthese
D
Organische stoffen voor de fotosynthese

Slide 11 - Quizvraag

Afvaleters
Consumenten
Reducenten

Slide 12 - Sleepvraag

De producenten in de voedselketen leggen door fotosynthese zonne-energie vast in energierijke organische stoffen
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

In welke schakel van de voedselketen is de hoeveelheid energierijke stoffen het grootst? Waardoor?
A
1e, doordat het aantal individuen het grootst is
B
1e, doordat uit elke schakel energie verdwijnt uit de voedselketen
C
2e, doordat het aantal individuen het grootst is
D
2e, doordat in elke schakel energie wordt opgenomen

Slide 14 - Quizvraag

kringloop
voedselketen
voedselweb

Slide 15 - Sleepvraag

Bovenstaande tekst uit een oud SE hoort bij de volgende vraag.

Slide 16 - Tekstslide

de voedselketen wordt
A
suikerriet --> kever --> reuzenpad -->vogel
B
suikerriet --> reuzenpad --> kever --> reptiel
C
suikerriet <-- kever <-- reuzenpad <-- reptiel
D
suikerriet --> reuzenpad --> kever --> vogel en reptiel

Slide 17 - Quizvraag

Kijk instructie
Hierna zie je een filmfragment van 1:07. Het onderwerp hiervan is de voedselketen in een bepaald gebied. Na het filmpje krijg je een vraag over de voedselketen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

In het filmpje ontbrak een belangrijke schakel in de voedselketen. Welke?

Slide 20 - Open vraag

Leerdoelen 6.3 kringlopen:
6.3.1 Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.
6.3.2 Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.

Slide 21 - Tekstslide

Een kringloop 
- Kringloop van bouwstenen van stoffen: atomen.
- Atomen zijn bijvoorbeeld: O (zuurstof-atoom), H (waterstof-atoom), C (koolstof-atoom) en N (stikstof-atoom).
- De bouwstenen gaan door een keten van organismen.
- Een zich herhalend proces
- Sinds ontstaan van de aarde zijn dit nog dezelfde bouwstenen!
- Ze 'verhuizen' door verschillende stoffen in verschillende organismen. 

Slide 22 - Tekstslide

Bouwstenen van het leven:
Bouwstenen van stoffen waar dieren en planten van zijn opgebouwd.

  • koolstof (C) in alle energierijke stoffen (koolhydraten, eiwitten en vetten)
  • stikstof (N) in alle eiwitten

Andere belangrijke bouwstenen zijn zuurstof (O) en 
waterstof (H).
Voorbeelden stoffen:
  • glucose (C6H12O6) (het getal erachter geeft aan hoeveel deze atomen erin zitten)
  • zuurstofgas (O2) in de lucht, nodig voor verbranding
  • water (H2O) onmisbaar voor alle leven
  • koolstofdioxide (CO2) komt vrij bij verbranding
  • nitraat (NO3) (zit in mest) en ammoniak (NH3) (is giftig gas)

Slide 23 - Tekstslide

Hierboven een voorbeeld van de bouw van de stof glucose (C6H12O6)

Slide 24 - Tekstslide

Fotosynthese

Verbranding
De omzetting van stoffen
Stoffen worden andere stoffen
C6H12O6   +   O2     ->     CO2     +   H2O    +    energie 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

We leren twee kringlopen
1. Koolstofkringloop (C)
2. Stikstofkringloop (N)

Tijdens deze kringlopen gaan bovenstaande bouwstenen (C en N) over van de ene stof in de andere stof.

Slide 27 - Tekstslide

1. Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het koolstof deeltje => dus de C

Tijdens fotosynthese en verbranding verhuist koolstof van de ene stof naar de andere:
CO2 -> energierijke stof (zoals glucose) -> CO2 -> energierijke stof -> CO2 -> enzovoort.

Slide 28 - Tekstslide

koolstofkringloop
= Koolhydraten, vetten en eiwitten
= Koolhydraten, vetten en eiwitten
= reducenten
= producenten
=CO2
=C6H12O6

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

2. Stikstofkringloop
1. Planten nemen nitraat (stikstofrijke stof) op uit de bodem.
2. Ze gebruiken stikstof (N) uit het nitraat  voor productie van plantaardige eiwitten.
2. Dieren eten de planten en krijgen zo de eiwitten binnen.
3. Dode resten / ontlasting.
4. Bacteriën (reducenten) zetten dit weer om in onder andere nitraat (de cirkel is weer rond).
5. De stikstof (N) uit nitraat wordt weer door planten opgenomen.

Slide 32 - Tekstslide

Stikstofkringloop
Volg de pijlen, check of je in grote lijnen begrijpt wat er gebeurt.

Slide 33 - Tekstslide

En nu eens kijken wat je al hebt begrepen van deze les!

Slide 34 - Tekstslide

Wortelknolletjes op de wortels van bepaalde planten kunnen stikstofgas uit de lucht omzetten in nitraat.

Waar zie je dat gebeuren in de afbeelding op de vorige slide?

Slide 35 - Tekstslide

Waar kan fotosynthese plaatsvinden
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 36 - Quizvraag

Waar kan verbranding plaatsvinden?
A
Planten
B
Planten, dieren, schimmels en bacteriën
C
Schimmels, bacteriën, dieren
D
Planten, dieren

Slide 37 - Quizvraag

Waar gebruikt een plant CO2 voor?
A
verbranding
B
fotosynthese

Slide 38 - Quizvraag

Het koolstof wordt gebonden in een plant als..?
A
nitraat
B
glucose
C
voedingsstof
D
CO2

Slide 39 - Quizvraag

Welke kringloop zie je op de afbeelding?
A
Stikstofkringloop
B
koolstofkringloop
C
voedselkringloop
D
kringloop van fotosynthese en verbranding

Slide 40 - Quizvraag

Wat is stikstofkringloop?
A
Een proces waarbij stikstof alleen door planten wordt gebruikt
B
Een proces waarbij stikstof gecreëerd wordt
C
Een proces waarbij stikstof door verschillende organismen wordt omgezet
D
Een proces waarbij stikstof afgebroken wordt

Slide 41 - Quizvraag

Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop

Slide 42 - Quizvraag

wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
nitriet
B
water
C
glucose
D
nitraat

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Wat stelt 6 voor?
A
Fotosynthese
B
verbranding
C
voeding
D
Dode planten

Slide 45 - Quizvraag

Wat stelt 10 voor?
A
fotosynthese
B
verbranding
C
voeding
D
Resten van dode planten

Slide 46 - Quizvraag

Wat stelt 4 voor?
A
fotosynthese
B
verbranding
C
Dode resten dieren
D
dode resten planten

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Video

Aan de slag!
Thema 6, basisstof 3
- Opdrachten 1-7 maken en nakijken

- Kijk ook het uitlegfilmpje (vorige slide), want dit is best pittige stof!

Klaar?
- Door naar de volgende les


Slide 49 - Tekstslide