§3.4 Vernieuwde stad

§3.4 Vernieuwde stad




H3 stedelijke gebieden
domein leefomgeving
H4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§3.4 Vernieuwde stad




H3 stedelijke gebieden
domein leefomgeving
H4

Slide 1 - Tekstslide

Wat zouden stadsbesturen kunnen doen om de leefbaarheid om wijken te verbeteren?

Slide 2 - Woordweb

Lesdoel
  • Je kent de twee vormen van segregatie in steden.
  • Je kent de twee vormen van stedelijk vernieuwingsbeleid die vanaf 1980 hebben geleid tot verbetering van de steden.
  • Je begrijpt welke gevolgen stedelijke vernieuwing heeft op de woningvoorraad en bevolkingssamenstelling van een wijk.
  • Je kunt de belangen van verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar afwegen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Als je 150 jaar geleden was geboren...

Slide 6 - Tekstslide

Pushfactor?
Pushfactor: Verkrotting in de steden

Slide 7 - Tekstslide

Oplossing: Stadsvernieuwing
vanaf ca. 1980
Kwaliteit verbeteren sociale huurwoningen
Sanering = sloop en nieuwbouw
Renovatie = opknappen woningen

Probleem: type en prijs woningen bleef hetzelfde, dus mensen die het konden betalen bleven vertrekken

Slide 8 - Tekstslide

Gevolg?
Vergrijzing in groeikernen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wie wonen er in de stad?
Bevolkingssamenstelling:
Starters
Nieuwe immigranten
Jonge stellen
Professionals

Verschillende budgetten, dus verschillende type woningen
sociaaleconomische klassen


Slide 11 - Tekstslide

Probleemwijk
Kenmerken van probleemwijken:
  • Goedkope huurwoningen
  • Eenzijdige bevolkingssamenstelling
  • Sociaaleconomisch kansarme bewoners
  • Slechte woonomgeving

Welke wijken?
  • Negentiende-eeuwse arbeiderswijken (niet geherstructureerd)
  • Naoorlogse flatwijken

Slide 12 - Tekstslide

Probleemwijken
Segregatie -> goede en slechte wijken.
Slechte wijken: probleemwijken, verpaupering, afname aantal voorzieningen, asociaal gedrag etc.   -> Waardoor?

Oplossing: 
1980: stadsvernieuwing (sarnering (sloop) en renovatie)
1990: herstructurering (huur slopen - koop bouwen)


Slide 13 - Tekstslide

§3.4 Vernieuwde stad
deel 2




H3 stedelijke gebieden
domein leefomgeving
H4

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen stadsvernieuwing en herstructurering?

Slide 15 - Open vraag

Stadsvernieuwing
  • Renovatie 
  • Sanering: sloop en nieuwbouw

Doel: Het verbeteren van de kwaliteit van de woningen.

Welk gevolg heeft dit voor de bevolkingssamenstelling?
  • eenzijdig: weinig koopkracht , met name
    ouderen, studenten en immigranten. 

Slide 16 - Tekstslide

De bevolkingssamenstelling bleef na de stadsvernieuwing hetzelfde. Waarom was dit een tegenvaller?

Slide 17 - Open vraag

Herstructurering
Verbeteren kwaliteit woningen, woningaanbod en openbare ruimte.
-> Slechtste woningen worden duurder en luxer. 

Gevolgen:
  • Bevolkingssamenstelling verandert: rijkere mensen met meer koopkracht
  • Hoger voorzieningenniveau

Slim idee?! Of niet? 

Slide 18 - Tekstslide

Bij herstructurering ......
A
worden oude woningen opgeknapt
B
komen nieuwe woningen in de plaats van oude gebouwen

Slide 19 - Quizvraag

Maak een screenshot waaraan je de stadsvernieuwing in Haarlem-noord kunt zien

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

Gentrification
 aantrekken hoger opgeleide bevolking om meer verscheidenheid aan te brengen in de bevolkingssamenstelling

Slide 22 - Tekstslide

Wat is gentrification?
A
Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken
B
Het proces als gevolg waarvan een wijk een hoger verzorgingsniveau krijgt
C
Het proces waarbij mensen met een hoger inkomen in een armere wijk komen wonen
D
Een proces als gevolg waarvan uiteindelijk woningen worden gesloopt

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

5

Slide 25 - Video

01:40
Welke bewonerskenmerken hebben Yuppen en Dinky's gemeen?
A
Laag inkomen en niet HO of WO opgeleid.
B
Hoog inkomen en niet HO of WO opgeleid.
C
Hoog inkomen en HO of WO opgeleid.
D
Geen.

Slide 26 - Quizvraag

02:30
Wat is een gevolg van gentrification?
A
Toename sociale cohesie.
B
Oorspronkelijke inwoners van de wijk verdwijnen.
C
Het voorzieningenniveau in de wijk stijgt.
D
Het gemiddelde inkomen in de wijk neemt toe.

Slide 27 - Quizvraag

05:23
Vestia is een woningbouwvereniging of woningcorporatie. Wat is dat?
A
Instelling die sociale woningen in een plaats beheerd.
B
Woningen die samenwerken in een vereniging.
C
Vereniging waarin bewoners van sociale huurwoningen samenwerken.
D
Vereniging die woningen bouwt.

Slide 28 - Quizvraag

08:44
Waarom zouden de bewoners graag terugkeergarantie willen?

Slide 29 - Woordweb

09:46
Wat vind jij:
Nieuwkomers moeten uit de wijk geweerd worden.
A
Eens
B
Oneens

Slide 30 - Quizvraag