Kaasbroodjes 2024-2025

2G: afspraken met VEB
Pesten = uitgestuurd.
3 waarschuwingen in 1 les = uitgestuurd.
Spullen niet bij je = uur nakomen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
KokenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

2G: afspraken met VEB
Pesten = uitgestuurd.
3 waarschuwingen in 1 les = uitgestuurd.
Spullen niet bij je = uur nakomen.

Slide 1 - Tekstslide

Voorbereidingen
Demo voor roux

Slide 2 - Tekstslide

Vraag leerlingen open huis
Zie lijstje in To do.

Slide 3 - Tekstslide

Herinnering
Gas aanzetten

Slide 4 - Tekstslide

Kaasbroodjes

Slide 5 - Tekstslide

Programma
(Verkort rooster)


  1. Uitleg. 
  2. Koken 
  3. Eten inpakken.
  4. Schoonmaken.
  5. Bonus-opdracht.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vragen
  • Er komt een vraag.
  • Denk er voor jezelf over na (10 seconden)
  • Daarna wijs ik iemand aan om de vraag te beantwoorden.
  • We luisteren naar elkaar.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe denk je dat de vulling van een kaasbroodje wordt gemaakt?

Slide 9 - Tekstslide

De vulling is een roux
  • Roux = bloem + boter. Hier kun je vloeistoffen dikker mee maken (=binden)
  • Aan de roux wordt kaas toegevoegd.


Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Ik noem je groepje.
  2. Ik vertel waar je gaat werken.
  3. Dan ga je de ingrediënten pakken.
  4. Lees goed de stappen in je recept. 
  5.  12:45 klaar zijn met koken (nog niet met schoonmaken). We gaan de kaasbroodjes niet opeten tijdens de les.
Eerder klaar?
Verdiepings-opdracht 

Slide 11 - Tekstslide

Schoonmaaktaken
13:00 klaar.


  1. Afwas gedaan en opgeruimd.
  2. Werkbank schoon.
  3. Fornuis schoon.
  4.  Gootsteen leeg.
  5.  Afvalemmer leeg en schoon.
  6.  Plaat met materiaal op fornuis.
Klaar? Verdiepings-opdracht doen (theorie).

Slide 12 - Tekstslide

Verdiepings-opdracht klaar om ...

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste ingrediënt van kaas?

Slide 14 - Woordweb

Hoeveel liter melk heb je nodig om 1kilo kaas te maken?
A
100
B
10
C
1
D
1000

Slide 15 - Quizvraag

Wat is "wrongel"?

Slide 16 - Open vraag

Waarom gaat kaas in een zoutbad (pekelbad)?

Slide 17 - Open vraag

Wat is rijpen?

Slide 18 - Open vraag

Moeten alle kazen even lang rijpen? Leg uit.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het verschil tussen 30+, 40+ en 50+ kaas?
A
De smaak.
B
Hoe duur het is.
C
Het vetgehalte.
D
Van welke melk het is gemaakt.

Slide 20 - Quizvraag

Welke kaas is het beste als je wilt afvallen?
A
30+
B
40+
C
50+

Slide 21 - Quizvraag