2.2 DNA en specialisatie van cellen deel 1

Vandaag
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vandaag

Slide 1 - Tekstslide

Transport en bewerking van eiwitten
transport van eiwitten
regelcentrum van de cel
energie productie
transport van stoffen in en uit de cel

Slide 2 - Sleepvraag

Welke stoffen kunnen door diffusie het celmembraan passeren?
Welke stoffen kunnen niet door diffusie het celmembraan passeren?
glucose
koolstofdioxide
natrium-ionen
vetachtige moleculen
water
zetmeel
zuurstof

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe noem je het proces waarbij eiwitten voor gebruik buiten de cel, de cel verlaten?
A
endocytose
B
endosoom
C
exocytose
D
exosoom

Slide 4 - Quizvraag

Een plantencel wordt in een
oplossing gelegd. Is deze
oplossing isotoon, hypertoon of
hypotoon ten opzichte
van de plantencel?
A
Hypertoon
B
Isotoon
C
Hypotoon

Slide 5 - Quizvraag

OB - begripskennis/stampwerk

Waaraan is de osmotische waarde van een celwand van een plantencel gelijk?
A
het externe milieu
B
het cytoplasma
C
de vacuole

Slide 6 - Quizvraag

Bouw DNA
  • Nucleotide=bouwsteen
  • 4 stikstofbasen: A,T,C,G
  • Dubbele helix
  • Gen = info eigenschap = code eiwit

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel en begrippen
10. Ik kan uitleggen (met binas) hoe de informatie in het DNA wordt omgezet naar eiwitten  
RNA, uracil, ribose, codon, startcodon, stopcodon, ribosoom, aminozuur, eiwit
Bron 6, binas 71C/E/G

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Van DNA naar eiwit
Gebeurt in twee stappen:
1. Transcriptie: DNA > RNA (in de kern)
2. Translatie: RNA > eiwit (in ribosoom)



Slide 10 - Tekstslide

Verschil tussen DNA en RNA

Slide 11 - Tekstslide

Van DNA naar eiwit
Gebeurt in twee stappen:
1. Transcriptie: DNA > RNA (in de kern)
2. Translatie: RNA > eiwit (in ribosoom)



Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld uitwerking
DNA: TCTGATGCTCGGTGGGCACGCTTAAAAT (coderende streng)
          AGACTACGAGCCACCCGTGCGAATTTTA (niet-coderende streng)
RNA
  • Zoek TAC als startpunt in niet-coderende streng = AUG startcodon!
  • Vertaal rest van tripletten/codons in RNA, tot een stopcodon bereikt is
  • Zoek in binas 71G de bijbehorende aminozuren bij elk triplet/codon

Eiwit: Met - Leu - Gly - Gly - His - Ala (in werkelijkheid veel langer!)       

Slide 13 - Tekstslide

Specialisatie van cellen
Genen worden aan/uit gezet, zodat wel/geen eiwitten worden gemaakt

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ga je te werk?
  1. Leren: 2.1, 2.5 en 3.1 (86) + Lezen boek: 2.2
  2. Biologiepagina extra uitleg + oefening
  3. Begrippenlijst aanvullen 
  4. Opdrachten: zie planner!
  5. Nakijken en verbeteren: uitwerkingen zie magister
  6. Vragen? 

Slide 15 - Tekstslide