De wonderlijke wereld van pi

De wonderlijke wereld van pi of..
Cirkels: bereken de omtrek en oppervlakte
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De wonderlijke wereld van pi of..
Cirkels: bereken de omtrek en oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je de omtrek en oppervlakte van een cirkel berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel en leg uit wat de leerlingen aan het eind van de les zullen kunnen.
Wat weet je al over cirkels?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een cirkel?
Een cirkel is een tweedimensionale figuur waarbij alle punten op dezelfde afstand liggen van het middelpunt.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat een cirkel is en toon een afbeelding van een cirkel.
Omtrek van een cirkel
De omtrek van een cirkel is de afstand rond de buitenrand van de cirkel en kan worden berekend met de formule omtrek = 2 × pi × straal.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe de omtrek van een cirkel kan worden berekend en toon de formule.
Interactieve oefening
Bereken de omtrek van een cirkel met een straal van 5 cm.

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik een interactieve tool of bord om de leerlingen te laten oefenen met het berekenen van de omtrek van een cirkel.
Oppervlakte van een cirkel
De oppervlakte van een cirkel is de ruimte binnen de buitenste rand van de cirkel en kan worden berekend met de formule oppervlakte = pi × straal².

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe de oppervlakte van een cirkel kan worden berekend en toon de formule.
Interactieve oefening
Bereken de oppervlakte van een cirkel met een straal van 8 cm.

Slide 8 - Tekstslide

Gebruik een interactieve tool of bord om de leerlingen te laten oefenen met het berekenen van de oppervlakte van een cirkel.
Vergelijking omtrek en oppervlakte
De omtrek en oppervlakte van een cirkel zijn beide afhankelijk van de straal, maar op verschillende manieren.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe de omtrek en oppervlakte van een cirkel veranderen wanneer de straal verandert.
Wat weet je al over cirkels en de getal pi?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een cirkel?
Een cirkel is een figuur waarbij alle punten op gelijke afstand van het middelpunt liggen.

Slide 11 - Tekstslide

Geef een definitie van een cirkel en gebruik een afbeelding om dit te verduidelijken.
Hoe bereken je de omtrek?
De omtrek van een cirkel bereken je met de formule: omtrek = 2 x pi x straal

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit hoe de formule werkt en wat pi betekent.
Wat is pi?
Pi is een wiskundige constante die de verhouding tussen de omtrek en de diameter van een cirkel beschrijft. Het wordt vaak afgerond naar 3,14.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat pi is en waar het voor wordt gebruikt.
De rekenmachine
Gebruik de rekenmachine om de omtrek van een cirkel te berekenen met een straal van 5 cm. Rond af op 2 decimalen.

Slide 14 - Tekstslide

Laat de leerlingen de oefening op hun eigen rekenmachine uitvoeren.
Pi in de natuur
Pi komt vaak voor in de natuur, zoals bij de vorm van een slakkenhuis of de golven van de zee. Kunnen jullie nog andere voorbeelden bedenken?

Slide 15 - Tekstslide

Stimuleer de creativiteit van de leerlingen en laat ze voorbeelden bedenken.
Pi-dag
Op 14 maart is het Pi-dag! Dit is de dag waarop we de wiskundige constante pi vieren.

Slide 16 - Tekstslide

Vertel de leerlingen over Pi-dag en eventuele activiteiten die op school worden georganiseerd.
Samenvatting
Jullie hebben geleerd hoe je de omtrek van een cirkel kunt berekenen en wat pi is. Gebruik deze kennis om meer te leren over de wonderlijke wereld van cirkels en pi!

Slide 17 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig de leerlingen aan om verder te leren over het onderwerp.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.