Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica ZD: naamwoordelijk gezegde
Welkom!
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
... kun je het
naamwoordelijk gezegde
in een zin benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Stappenplan grammatica
1. Zoek het
werkwoordelijk gezegde
/
naamwoordelijk gezegde
2. Knip de zin in zinsdelen
3. Zoek het
onderwerp
(WIE?)
4. Zoek het
lijdend voorwerp
(WAT?)
5. Zoek het
meewerkend voorwerp
(AAN/VOOR WIE?)
6. Zoek de
bijwoordelijke bepaling
(WANNEER, WAAROM, HOE?)
Slide 3 - Tekstslide
mama slapen
papa lopen
hondje blaffen
zusje springen
ikke eten
opa lief
hondje stout
banaan geel
kiwi lekker
zusje moe
Slide 4 - Tekstslide
mama
doet
slapen
papa
doet
lopen
hondje
doet
blaffen
zusje
doet
springen
ikke
doet
eten
opa
is
lief
hondje
is
stout
banaan
is
geel
kiwi
is
lekker
zusje
is
moe
Slide 5 - Tekstslide
In alle talen op de wereld
Twee soorten zinnen:
Zinnen waarin iemand iets
doet.
Zinnen waarin iemand iets
is.
Slide 6 - Tekstslide
Hij loopt een rondje.
Onderwerp doet iets.
Hij is ziek.
Onderwerp is iets.
Slide 7 - Tekstslide
Hij maakt een vlog in de achtbaan.
Onderwerp doet iets.
Hij is een vlogger.
Onderwerp is iets.
Slide 8 - Tekstslide
Werkwoordelijk gezegde
Het gaat om wat iets of iemand DOET
DOEN
Ik ga een verhaal schrijven.
Naamwoordelijk gezegde
Het gaat om wat iets of iemand
IS
ZIJN
Ik ben een schrijver.
Slide 9 - Tekstslide
Koppelwerkwoorden
Koppelwerkwoord (kww):
koppelt
onderwerp aan eigenschap.
NEGEN stuks:
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken
en
voorkomen.
Mijn tante
is
een bekende schrijfster.
Die docent
blijft
een rare vogel.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Koppelwerkwoorden
ZWABBELS
+hdv
Slide 12 - Tekstslide
naamwoordelijk deel koppelwerkwoord
Deze hond
is
echt
supercute
.
- In deze zin staat 1 werkwoord:
is
- Het onderwerp is:
Deze hond
- Er staat een naamwoordelijk gezegde in de zin, want de hond
doet
niets, maar
is
iets.
- Het koppelwerkwoord
is
koppelt het bijvoeglijk naamwoord
supercute
aan het onderwerp van de zin.
Slide 13 - Tekstslide
naamwoordelijk deel koppelwerkwoord
Deze mensen
zijn
heel
blij
.
- In deze zin staat 1 werkwoord:
zijn
- Het onderwerp is:
Deze mensen
- Er staat een naamwoordelijk gezegde in de zin, want deze mensen
doen
niets, maar
zijn
iets.
- Het koppelwerkwoord
zijn
koppelt het bijvoeglijk naamwoord
blij
aan het onderwerp van de zin.
Slide 14 - Tekstslide
Het naamwoordelijk gezegde
1
Zoek het onderwerp van de zin op.
2
Zoek het belangrijkste werkwoord van de zin op.
3
Staat het werkwoord in het rijtje van de kww?
Nee = wwg
.
4
Doet of is het onderwerp iets?
Doet = wwg
;
Is = nwg.
Na die nederlaag leken de volleybalsters ontroostbaar.
Slide 15 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde
Een naamwoordelijk gezegde bestaat uit twee delen:
Werkwoordelijk deel (ww.deel)
= alle ww in de zin
Naamwoordelijk deel (nw. deel)
= eigenschap van het onderwerp (vaak een znw of bnw)
Slide 16 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde
Een naamwoordelijk gezegde bestaat uit twee delen:
-
werkwoordelijk deel (ww.deel)
-
naamwoordelijk deel (nw. deel)
Thomas is een fanatiek wielrenner.
ww. deel
= is
nw. deel =
een fanatiek wielrenner
nwg
= is een fanatiek wielrenner
In een nwg staat NOOIT een lijdend voorwerp!
Slide 17 - Tekstslide
WWG
Morgen | zal | de zon | volgens de nieuwe weervrouw | niet |schijnen.
Wwg = zal schijnen
Ond = de zon
Bwb = morgen, volgens de nieuwe weervrouw, niet
NWG
Engels | schijnt | voor liedteksten | een betere taal te zijn.
Nwg = schijnt
een betere taal
te zijn
Ond = Engels
Bwb = voor liedteksten
----------------------------------
Bvb = betere --> taal
Slide 18 - Tekstslide
In welke zin zie je een naamwoordelijk gezegde?
A
Ik snap er helemaal niks van.
B
Ik zou wel wat slimmer willen zijn.
C
Ik heb geen zin om op te letten.
D
Ik leer hier heel veel van.
Slide 19 - Quizvraag
Met zo'n samenvatting schijnt het leren van de toets heel makkelijk te zijn.
Wat is het naamwoordelijk deel van deze zin?
A
schijnt te zijn
B
schijnt heel makkelijk
C
heel makkelijk
D
er is geen naamwoordelijk deel
Slide 20 - Quizvraag
Friso was gisteren toch wel erg hard gevallen.
A
werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde
Slide 21 - Quizvraag
Benoem het nwg:
Hij blijkt een goede surfer te zijn.
A
blijkt een goede surfer
B
hij blijkt te zijn
C
blijkt een goede surfer te zijn
D
een goede surfer te zijn
Slide 22 - Quizvraag
Het leukste onderdeel van Nederlands is grammatica!
A
nwg
B
wwg
Slide 23 - Quizvraag
Zij blijkt onze aanvoerder te worden.
A
onze aanvoerder = naamwoordelijk deel
B
onze aanvoerder = lijdend voorwerp
Slide 24 - Quizvraag
Zelf aan de slag
Maak (online): Grammatica, §3 Naamwoordelijk gezegde,
opdr. 1 t/m 4
Ben je klaar?
1. Verder lezen in je leesboek.
2. Na overleg: HW ander vak afmaken.
3. Na overleg: toets ander vak leren.
Slide 25 - Tekstslide
Einde van de les
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica ZD: naamwoordelijk gezegde
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1v - grammatica zd - uitleg naamwoordelijk gezegde
Februari 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2B_H2_grammatica-zinsdelen(1)
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1v - grammatica zd - uitleg naamwoordelijk gezegde
Januari 2021
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica reader deel 2 lv en ng
Februari 2021
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3H - Grammatica les 2.1
Maart 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2B_hh_H2grammatica-zinsdelen(1)
Maart 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhalen zinsdelen, uitleg naamwoordelijk gezegde (Gram. H4)
April 2018
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2