Je vindt vaak een voorbeeld in een zin door...
1. haakjes, komma's of streepjes. (Op christelijke feestdagen (Pasen, Pinksteren en Kerst) hoef je niet naar school.)
2. woorden als: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van. (Niemand kan meer zonder social media zoals Snapchat, Instagram en Tiktok.)
3. een dubbele punt. Lieke is gek op soep: tomatensoep, broccolisoep, courgettesoep, noem het maar op.