BK1A, lezen H4, do 10/03/2022

Welkom BK1A
Boek en pen?
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond?
Wees stil, dan kunnen we beginnen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom BK1A
Boek en pen?
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond?
Wees stil, dan kunnen we beginnen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Uitleg verwijswoorden
- Video over verwijswoorden
- Samen aan de slag!
- Zelf aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Verwijswoorden
Een verwijswoord is een woord waarmee je naar iets verwijst. Deze, die, dat en dit zijn de verwijswoorden.


Bij het-woorden gebruik je dat en dit (fietsje, tafeltje, idee, pak)
Bij de-woorden gebruik je deze en die (tas, computer, trui, telefoon)

Met het woord dat, kan je ook naar een hele zin verwijzen. 



Slide 3 - Tekstslide

Even oefenen (kies uit die, deze, dat of dit)
1. Ik heb ... telefoontje niet opgenomen.
2. De jas ... ik kocht, was te kort.
3. Gisteren maakte mevrouw de Vries een goede grap. ... was erg grappig. 
4. Mensen ... houden van dieren, zijn meestal heel aardig. 
5. Jij kan gaan zitten bij ... tafeltje bij het raam. 

Slide 4 - Tekstslide

Samen aan de slag!
opdracht 1 en 2 (blz. 154 en 155)

Slide 5 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Wat? Maak opdracht 3 t/m 10 (blz. 155-157) 
(vraag 6 mag je overslaan)
Hoe? We gaan in stilte aan het werk
Tijd? Je hebt hier 15 minuten de tijd voor
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag. 
Klaar? Kom bij mij, dan kijk ik het na. 


timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Verwijswoorden
Een verwijswoord is een woord waarmee je naar iets verwijst. Deze, die, dat en dit zijn de verwijswoorden.


Bij het-woorden gebruik je dat en dit (fietsje, tafeltje, idee, pak)
Bij de-woorden gebruik je deze en die (tas, computer, trui, telefoon)

Ik heb ... telefoontje niet opgenomen.
De jas ... ik kocht, was te kort.
Gisteren maakte mevrouw de Vries een goede grap. ... was erg grappig. 

Slide 7 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Wat? Maak opdracht 1 t/m 6 (blz. 154-156)
Hoe? We gaan in stilte aan het werk
Tijd? Je hebt hier 10 minuten de tijd voor,
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag. 
Klaar? Maak opdracht 10 ook!


timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

opdracht 1 t/m 4 (blz. 147-148)

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Video over 
  


zijn hebben willen kunnen en zullen 

Slide 12 - Tekstslide

Samen aan de slag!
opdracht 1 en 2 (blz. 108 en 109)

Slide 13 - Tekstslide

Pauze!
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Fictiefragmenten
De komende weken gaan we aan de slag met fictiefragmenten. Dit zijn steeds korte fragmenten uit een boek. Het idee is dat je steeds een waardering geeft voor ieder fragment. Als we alle fragmenten gelezen hebben, kies je je favoriete fragmenten uit. Op basis daarvan lees je het bijbehorende boek!

Slide 15 - Tekstslide