‹Terug naar zoeken

HAVO1 Bezittelijk voornaamwoord

Pak je aantekeningenschrift en pen!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Pak je aantekeningenschrift en pen!

Slide 1 - Tekstslide

Le but d'aujourd'hui
 
Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Frans toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

de moeder
de oom
de grootmoeder
de broer
de zus
de neef
le frère
la grand-mère
la sœur
l'oncle
le cousin
la mère

Slide 3 - Sleepvraag

het boek
de pen
de rugzak
het etui
de klas
de computer
l'ordinateur
la classe
la trousse
le sac à dos
le stylo
le livre

Slide 4 - Sleepvraag

In welke zin staat een bezittelijk voornaamwoord?
A
Ik heb een grote hond.
B
Ik heet Jan.
C
Dat zijn mijn ouders.
D
Heb jij een nieuwe fiets?

Slide 5 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord
JOUW hond
JULLIE huis
ONZE vrienden
HAAR auto
etc.

Slide 6 - Tekstslide

Regarde la vidéo et trouve les traductions de "mijn"


https://www.lesfeesdufle.com/video-cest-quoi-cette-famille.html





Slide 7 - Tekstslide

Neem de volgende tabel over!
voor mannelijke woorden (le)
voor vrouwelijke woorden (la)
voor meervoudswoorden (les)
Mijn
Jouw
Zijn/Haar
Ons/Onze
Jullie/Uw
Hun

Slide 8 - Tekstslide

Neem de volgende tabel over!
voor mannelijke woorden (le)
voor vrouwelijke woorden (la)
voor meervoudswoorden (les)
Mijn
MON
MA
MES
Jouw
Zijn/Haar
Ons/Onze
Jullie/Uw
Hun

Slide 9 - Tekstslide

En in het Frans?
"Mijn" heeft 3 vertalingen:



voor mannelijke woorden (le)
voor vrouwelijke woorden (la)
voor meervoudswoorden (les)
MON
MA
MES
le stylo
la trousse
les parents
C'est mon stylo.
C'est ma trousse.
Ce sont mes parents.

Slide 10 - Tekstslide

Vertaal "Dat is MIJN zus."

C'est ___ soeur.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal: "Dat zijn MIJN boeken."

Ce sont ___ livres.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal: "Luc is MIJN broer."


Luc est ___ frère.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 13 - Quizvraag

En de andere personen?
voor mannelijke woorden (le)
voor vrouwelijke woorden (la)
voor meervoudswoorden (les)
Mijn
MON
MA
MES
Jouw
TON
TA
TES
Zijn/Haar
SON
SA
SES
Ons/Onze
Jullie/Uw
Hun

Slide 14 - Tekstslide

Attention!
Dat is zijn zus.
C'est ________ soeur.

Wat is hier het juiste bezittelijke voornaamwoord?
Kijk in je schema!

Slide 15 - Tekstslide

Attention!
Dat is zijn zus.
C'est SA soeur.

Want:
(1) zijn/haar = SON - SA - SES
(2) zus = een vrouwelijk woord (LA soeur)
Dus: SA


Slide 16 - Tekstslide

Et maintenant?
Lucas is haar broer.
Lucas est _______ frère.

?

Slide 17 - Tekstslide

Et maintenant?
Lucas is haar broer.
Lucas est SON frère.

(1) haar = SON - SA - SES
(2) frère = mannelijk, dus SON

Slide 18 - Tekstslide

En de andere personen?
voor mannelijke woorden (le)
voor vrouwelijke woorden (la)
voor meervoudswoorden (les)
Mijn
MON
MA
MES
Jouw
TON
TA
TES
Zijn/Haar
SON
SA
SES
Ons/Onze
NOTRE
NOTRE
NOS
Jullie/Uw
VOTRE
VOTRE
VOS
Hun
LEUR
LEUR
LEURS

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
Julian is jouw broer


Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes


Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)


Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)

Stap 3: broer = mannelijk (le frère)


Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)

Stap 3: broer = mannelijk (le frère)

Stap 4: je pakt de mannelijke vorm > TON.
Julian is jouw broer = Julian est TON frère


Slide 24 - Tekstslide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = ?


Slide 25 - Tekstslide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord, dat is ...?


Slide 26 - Tekstslide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord: honden

Stap 3: honden = ml /  vr / mv ?

Slide 27 - Tekstslide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord: honden

Stap 3: honden = meervoud

Stap 4: neem de juiste vorm van "onze" = ?

Slide 28 - Tekstslide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord: honden

Stap 3: honden = ml /  vr / mv ?

Stap 4: neem de juiste vorm van "onze" = NOS
Dat zijn onze honden = Ce sont nos chiens.

Slide 29 - Tekstslide

Let op!
Bij:
- ons/onze
- uw/jullie
- hun
... hoef je niet te weten of het 
mannelijk of vrouwelijk is. De 
vormen zijn hetzelfde! Makkie!

Slide 30 - Tekstslide

AU TRAVAIL!

Exercice 31c p.127
Stappenplan

Stap 1: neem de 3 betekenissen van het bezittelijk voornaamwoord uit het schema.

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het bezittelijk voornaamwoord komt.

Stap 3: is het woord bij stap 2 mannelijk, vrouwelijk of meervoud?

Stap 4: kies de juiste vertaling in het schema.
timer
2:00

Slide 31 - Tekstslide

Jullie vader is aardig.

____ père est sympa.
A
votre
B
notre
C
vos
D
nos

Slide 32 - Quizvraag

Hun vrienden zijn Frans.

____ amis sont français.
A
nos
B
leur
C
leurs
D
notre

Slide 33 - Quizvraag

Mijn vriendin spreekt Engels.

___ copine parle anglais.

Slide 34 - Open vraag

Haar oma is oud.

___ grand-mère est vieille.

Slide 35 - Open vraag

Zijn oma is oud.

___ grand-mère est vieille.

Slide 36 - Open vraag

Uw huis is duur.

____ maison est chère.

Slide 37 - Open vraag

Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Frans toepassen.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 38 - Poll

Les devoirs
Exercice 31 a+b+d p.127-128

Slide 39 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

HAVO1 Bezittelijk voornaamwoord

- Les met 35 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

1AHA+1HA - 19/4 - bez. vnw - chapitre 3

- Les met 30 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

1HV: H - Grammaire

- Les met 40 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

HAVO1 Bezittelijk voornaamwoord

- Les met 39 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

HAVO1 Bezittelijk voornaamwoord

- Les met 35 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

1HV: H - Grammaire

- Les met 44 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

HAVO/vwo1 Bezittelijk voornaamwoord

- Les met 42 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

3 mars 2021

- Les met 32 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1