In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.
timer
1:30
Slide 2 - Tekstslide
Planning
5 minuten start les
15 minuten lezen
5 minuten uitleg lesstof
15 minuten maken opdrachten
10 minuten nabespreken opdrachten
5 minuten reflectie
5 minuten afsluiten
Doel deze les
Je leert werken met het stappenplan lezen.
Slide 3 - Tekstslide
Pak je leesboek erbij!
Je gaat 15 minuten lezen.
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Stappenplan lezen
Slide 5 - Tekstslide
Stappenplan lezen
Ga naar pagina 234 en lees dit.
Noteer de volgende antwoorden: 1. Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
2. Hoe vind je een deelonderwerp?
3. Wat doe je met precies lezen?
4. Hoe vind je de hoofdgedachte?
timer
5:00
Slide 6 - Tekstslide
Weet je nog? Wat is oriënterend lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig
Slide 7 - Quizvraag
Weet je nog? Wat is globaal lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig
Slide 8 - Quizvraag
Weet je nog? Wat is precies lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig
Slide 9 - Quizvraag
Stap 1: ONDERWERP
Oriënterend lezen
Wat is het onderwerp van de tekst?
-Titel, plaatje, inleiding
Slide 10 - Tekstslide
Stap 2: DEELONDERWERP
Globaal lezen
deelonderwerpen van de tekst vinden
-Inleiding, middenstuk, slot
Slide 11 - Tekstslide
stap 3: Precies weten
Precies lezen
-Kernzin elke alinea (deelonderwerp)
-onderstreep woorden
-Tekstdoel
-Tekstsoort
Slide 12 - Tekstslide
Stap 4: Afronding
Noteer de hoofdgedachte
De hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag: 'Wat is het onderwerp en wat wordt er over het onderwerp gezegd? '. Vaak kan de hoofdgedachte in één zin worden weergeven.
Slide 13 - Tekstslide
Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over voetbal?
A
De verzorging van een konijn
B
Het tenue
C
Kruidentuin
D
Koffiebonen
Slide 14 - Quizvraag
Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot
Slide 15 - Quizvraag
Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea
Slide 17 - Quizvraag
Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan
Slide 18 - Quizvraag
Wat zou een reden zijn, om een tekst te schrijven?
Slide 19 - Woordweb
Ga naar pagina 26
Slide 20 - Tekstslide
Tekstdoelen
De reden die de schrijver heeft voor het schrijven van een tekst.
Met andere woorden: Welk doel heeft de schrijver?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat is het doel van een recept?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Adviseren
D
Vermaken
Slide 25 - Quizvraag
Wat is het doel van een reclametekst?
A
Adviseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen
Slide 26 - Quizvraag
Wat is het doel van een nieuwsartikel?
A
Vermaken
B
Instrueren
C
Informeren
D
Adviseren
Slide 27 - Quizvraag
Waar kan je altijd aan zien voor wie de tekst geschreven is?
A
taalgebruik
B
Tussenkopjes
C
Bron
D
Lettertype
Slide 28 - Quizvraag
De gebruiksaanwijzing van de tv is een:
A
Instructie
B
Advies
C
Nieuwsbericht
D
Waarschuwing
Slide 29 - Quizvraag
Maak opdracht 1,2 en 3
Nabespreken
timer
1:00
Slide 30 - Tekstslide
Reflectie les
Hoe ging de les? Wat ging goed?
Wat kon beter?
Slide 31 - Tekstslide
Doelen deze les
Je weet hoe je het stappenplan moet gebruiken.
Je ziet welk tekstdoel hoort bij de tekst.
Volgende les
Gaan we verder met tekstdoelen
Afsluiting
Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt
Slide 32 - Tekstslide
Nederlands
Slide 33 - Tekstslide
Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.
timer
1:30
Slide 34 - Tekstslide
Planning
5 minuten start les
15 minuten lezen
5 minuten uitleg lesstof
15 minuten maken opdracht
10 minuten nabespreken opdracht
5 minuten reflectie
5 minuten afsluiten
Doel
Je weet wat tekstdoelen zijn
Slide 35 - Tekstslide
Pak je leesboek erbij!
Je gaat 15 minuten lezen.
timer
10:00
Slide 36 - Tekstslide
Herhaling vorige les
Slide 37 - Tekstslide
Wat is een tekstdoel?
Slide 38 - Tekstslide
Bij welk doel hoort een reclametekst?
Slide 39 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een tekstdoel dat hoort bij intrueren.
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Maak opdracht 4, 5 en 6
Pagina 29-30
Nabespreken
timer
1:00
Slide 43 - Tekstslide
Reflectie
Ben je tevreden over de les? Wat kon jij beter doen? Belangrijker nog, wat kon ik beter doen?