Nakijken 6.2
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Upload een foto van je antwoord op vraag 4
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Upload een foto van je antwoord op vraag 5.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
6. Op de markt verkoopt Nadia bloesjes. De inkoopprijs van een bloesje is
€ 8. Nadia rekent een brutowinstopslag van 75%. Daar bovenop komt nog 21% btw.
a. Bereken de verkoopprijs (exclusief btw) van een bloesje.
b. Bereken de consumentenprijs.
€ 8. Nadia rekent een brutowinstopslag van 75%. Daar bovenop komt nog 21% btw.
a. Bereken de verkoopprijs (exclusief btw) van een bloesje.
b. Bereken de consumentenprijs.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Upload een foto van je antwoord op vraag 7.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
8. In de afbeelding zie je de prijsopbouw van een T-shirt.
a. Kleur de inkoopprijs blauw, de brutowinstopslag groen en de btw rood.
b. Bereken de verkoopprijs van het T-shirt.
a. Kleur de inkoopprijs blauw, de brutowinstopslag groen en de btw rood.
b. Bereken de verkoopprijs van het T-shirt.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
9. Gebruik weer de prijsopbouw van het T-shirt.
a. Bereken hoeveel de brutowinstopslag is in procenten van de inkoopprijs.
b. Bereken hoeveel procent de btw is van de verkoopprijs.
a. Bereken hoeveel de brutowinstopslag is in procenten van de inkoopprijs.
b. Bereken hoeveel procent de btw is van de verkoopprijs.
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
10. Bereken het btw-bedrag dat in de volgende prijzen verwerkt zit.
a. De prijs van een fles cola is € 1,69 inclusief 9% btw.
b. De prijs van een sportshirt is € 38,95 inclusief 21% btw.
a. De prijs van een fles cola is € 1,69 inclusief 9% btw.
b. De prijs van een sportshirt is € 38,95 inclusief 21% btw.
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
12. De vrouw op de foto heeft een tas van een duur merk. De prijs was
€ 835. ‘Voor kwaliteit betaal ik graag wat meer’, zegt ze.
a. Betaalt ze volgens jou alleen zo veel voor de kwaliteit?
b. Geef een voorbeeld van een budgetwinkel waar je een tas voor
minder dan € 15 kunt kopen.
c. Op welke doelgroep richten deze winkels zich?
d. Welk risico loopt een winkelier die hoge prijzen vraagt?
€ 835. ‘Voor kwaliteit betaal ik graag wat meer’, zegt ze.
a. Betaalt ze volgens jou alleen zo veel voor de kwaliteit?
b. Geef een voorbeeld van een budgetwinkel waar je een tas voor
minder dan € 15 kunt kopen.
c. Op welke doelgroep richten deze winkels zich?
d. Welk risico loopt een winkelier die hoge prijzen vraagt?
