Bloedstolling

Waar staat de afkorting DOAC
voor ?
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
BSAMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Waar staat de afkorting DOAC
voor ?

Slide 1 - Open vraag

combineer merknaam en werkzame stof
eliquis
pradaxa
lixiana
apixaban
dabigatran
edoxaban

Slide 2 - Sleepvraag

HOE HEET EEN BLOEDPROPJE DAT IN DE ADER VAST ZIT?
A
TROMBOSE
B
TROMBOLYT
C
EMBOLIE
D
EMBOLIET

Slide 3 - Quizvraag

VUL IN
1.
2.
4.
BENOEM  1,2 EN 4

Slide 4 - Tekstslide

IN DE HANDVERKOOP KUN JE MENSEN DIE ACENOCOUMAROL GEBRUIKEN BETER GEEN IBUPROFEN AANRADEN
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 5 - Quizvraag

ZOEK EEN FOTO VAN EEN IN WERKING GETREDEN BLOEDSTOLLING.

Slide 6 - Open vraag

WAT IS HET GEVAAR VAN EEN TE TRAAG WERKENDE BLOEDSTOLLING?

Slide 7 - Open vraag

WELKE GROEP GENEESMIDDLEN BEHOREN NIET TOT DE ANTI-TROMBOTICA?
A
TROMBOCYTAGGREGA- TIE REMMERS
B
HEPARINE EN AFGELEIDEN
C
BLOEDSTOLLINSFACTOREN
D
VITAMINE K ANTAGONISTEN

Slide 8 - Quizvraag

vITAMINE K IS EEN ANTIDOTUM VOOR DE DOACS
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 9 - Quizvraag

ACETYLSALICYLZUUR BEHOORT TOT DE:
A
DOAC
B
TROMBOCYTAGGRE- GATIEREMMERS
C
VITAMINE KANTAGONISTEN
D
HEPARINE EN AFGELEIDEN

Slide 10 - Quizvraag

WANNEER MOET JE DE TROMBOSEDIENST INSCHAKELEN?
A
BIJ INTERACTIES TUSSEN TROMBOCYTAGGGREGATIEREMMER EN ANDERE GENEESMIDDELEN
B
BIJ INTERACTIES TUSSEN CUMMARINEDERIVATEN EN ANDEREGENEESMIDDELEN
C
BIJ ALLE INTERACTIES
D
NOOIT, JE SCHAKELT DE HUISARTS IN

Slide 11 - Quizvraag