1.2 gedrag bestuderen

1.2 Gedrag bestuderen

Objectief t.o. Subjectief
       Antropomorfisme
Ethogram
Protocol



 Begrippen:

sleutelprikkel
supernormale prikkel
gevoelige periode
inprenting
associatief leren




Ethologen die dit bedrag zagen en beschreven:
- Nico Tinbergen
- Konrad Lorenz
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

1.2 Gedrag bestuderen

Objectief t.o. Subjectief
       Antropomorfisme
Ethogram
Protocol



 Begrippen:

sleutelprikkel
supernormale prikkel
gevoelige periode
inprenting
associatief leren




Ethologen die dit bedrag zagen en beschreven:
- Nico Tinbergen
- Konrad Lorenz

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Sleutelprikkel / supernormale prikkel
Sleep de plaatjes naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Video

Inprenting is een
A
leerproces dat je leert van fouten maken
B
leerproces dat alleen in een bepaalde korte periode kan plaatsvinden
C
leerproces waarbij je een handeling steeds herhaalt
D
leerproces waarbij je een bepaalde prikkel onthoud bij een handeling

Slide 5 - Quizvraag

Antropomorfisme
(Griekse 'anthrōpos' = mens)
Dolfijnen kunnen lachen
Hond 'helpt' overleden konijn begraven
‘Ach wat lief, hij geeft een kusje!’
Maar ook: films als Nemo, Madagascar, Bambi, etc.

Slide 6 - Tekstslide

Frans de Waal
Onderzoek naar inlevingsvermogen en gevoel voor eerlijkheid bij apen door Frans de Waal.
 

Zijn de bevindingen antropomorfismen? Of hebben dieren wel degelijk inlevingsvermogen en een rechtvaardigheidsgevoel?

Onderzoek naar diergedrag leidt mogelijk ook tot meer inzicht in menselijk gedrag.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Ethogram

Lijst met afkortingen van gedragselementen.

Gedragselement: alle 'losse' handelingen die een mens of dier doet.
Protocol

Tellen hoevaak een gedragelement voorkomt.

Slide 9 - Tekstslide

protocol
  1. Maak in je schrift een ethogram 
  2. Noteer minimaal 6 verschillende gedragselementen van de paarden (zie volgende filmpje).
  3. Maak in je schrift een protocol van 1 minuut (per 5 seconden)
  4.  Noteer gedurende 1 minuut de gedragselementen van een paard. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Ken je deze begrippen en kan je ze toepassen?
  • objectief versus subjectief
  • antropomorfisme
  • beschrijvend onderzoek
  • sleutelprikkel
  • supernormale prikkel
  • gevoelige periode
  • imprenting
  • assosiatief leren
  • ethogram
  • protocol 
TIP: maak alvast per paragraaf een kennen/kunnen lijst,  een voorbeeld zie je op de volgende pagina.

Slide 12 - Tekstslide