B5 & B6 - De celkern & celdeling (A1e)

Wat gaan we deze les doen?
- Basisstof 5 bespreken incl. belangrijkste opdrachten
- Basisstof 6 bespreken incl. belangrijkste opdrachten



1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
- Basisstof 5 bespreken incl. belangrijkste opdrachten
- Basisstof 6 bespreken incl. belangrijkste opdrachten



Slide 1 - Tekstslide

DE CELKERN
Basisstof 5

Slide 2 - Tekstslide

Celkern
De celkern bevat DNA

Slide 3 - Tekstslide

Wat is DNA? (aantekening)
Een 'streepjescode' voor alle erfelijke eigenschappen, bijv.
       - oogkleur
       - lengte
       -krullen
maar ook:
       - muzikaal
       - vrolijk

Slide 4 - Tekstslide

Je hebt 2 meter DNA
in elke cel
DNA is een molecuul

Slide 5 - Tekstslide

Code voor genen
Basenparen:
A-T     T-A
G-C    C-G

Slide 6 - Tekstslide

Een gen (aantekening)

Een gen is een stukje DNA
voor een erfelijke eigenschap. 

De code wordt bepaald door 
de volgorde van de basenparen

Slide 7 - Tekstslide

In elke lichaamscel zit hetzelfde DNA!

Een gen kan 'aan' staan in een cel waar dat nodig is

Een gen kan 'uit' staan in een cel waar dat niet nodig is.
Aantekening

Slide 8 - Tekstslide

Aantekening
Chromosomen zijn langgerekte dunne 'draden' die voor een groot deel bestaan uit de stof  DNA

De mens heeft  46 chromosomen

Slide 9 - Tekstslide

chromosomen

In elke cel zitten 46 chromosomen
23 kreeg je van je moeder 
23 kreeg je van je vader


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten:

Slide 12 - Tekstslide

Celdeling

Basisstof 6

Slide 13 - Tekstslide

Bevruchting

Slide 14 - Tekstslide

Aantekening

Een mens bestaat uit  ongeveer 100 biljoen cellen 


Celdeling is nodig om te groeien 

Slide 15 - Tekstslide

Aantekening

Celdeling is nodig om te groeien 

Slide 16 - Tekstslide

Aantekening

Celdeling is nodig om te groeien

Celdeling is nodig om cellen te vervangen
(bijvoorbeeld huidcellen of als je een wondje hebt) 

Slide 17 - Tekstslide

Celcyclus (aantekening)

Slide 18 - Tekstslide

Stamcel
Meer stamcellen
Gespecialiseerde cellen

Slide 19 - Tekstslide

Aantekening

Stamcel = een cel die nog niet gespecialiseerd is

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten:

Slide 21 - Tekstslide

Proefwerk
Thema 1 - Basisstof 1 t/m 5 + 7 + 11
* Doelstelling 1 t/m 7 + 9 + 10 + 14

Thema 3 - Basisstof 1 t/m 6
* Doelstelling 1 t/m 8

Oefenen via biologiepagina!

Slide 22 - Tekstslide

Op deze afbeelding zie ik meerdere cellen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Cytoplasma:
A
dieren
B
planten
C
beide

Slide 24 - Quizvraag

Vacuole
A
planten
B
dieren
C
beide

Slide 25 - Quizvraag

Celwand
A
planten
B
dieren
C
beide

Slide 26 - Quizvraag

Plastiden:
A
planten
B
dieren
C
beide

Slide 27 - Quizvraag

Celmembraan
A
planten
B
dieren
C
beide

Slide 28 - Quizvraag

Welke onderdelen hebben zowel dierencellen als plantencellen
A
Celwand, vacuole, celkern
B
Celwand, celkern, cytoplasma
C
Celmembraan, celkern, vacuole
D
Celmembraan, celkern, cytoplasma

Slide 29 - Quizvraag


Je ziet hier
A
een cel, celkern, genen
B
een cel, celkern, chromosomen
C
een celkern, chromosomen, genen
D
een celkern, genen, DNA

Slide 30 - Quizvraag

Uit welke stof bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Genen
C
Spaghetti
D
Draden

Slide 31 - Quizvraag

Welke basen vormen paren?
A
AT en GU
B
GC-AT
C
AA en TT
D
GG en CC

Slide 32 - Quizvraag

Hoe meer chromosomen een organisme heeft, hoe intelligenter het organisme is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevat een menselijke huidcel?
A
46
B
23
C
92
D
128

Slide 34 - Quizvraag

Sleep de basen naar de juiste plek op de DNA streng
T
G
C
T
G
T
A
G

Slide 35 - Sleepvraag

Sleep van groot naar klein
De grootste 
Ena grootste
Ena kleinste
De kleinste
DNA
Cel
Chromosoom
Gen

Slide 36 - Sleepvraag