Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefenen werkwoordspelling
Hij (geloven, pvtt) mij niet.
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
1 / 25
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hij (geloven, pvtt) mij niet.
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
Slide 1 - Quizvraag
Wat (vinden, pvtt) je van mijn nieuwe schoenen?
A
vind
B
vindt
C
vint
Slide 2 - Quizvraag
De jongens (ontmoeten, pvtt) elkaar op het voetbalveldje.
A
ontmoete
B
ontmoeten
C
ontmoette
D
ontmoetten
Slide 3 - Quizvraag
De jongens (ontmoeten, pvvt) elkaar op het voetbalveldje.
A
ontmoete
B
ontmoeten
C
ontmoette
D
ontmoetten
Slide 4 - Quizvraag
Als ik de takken (vasthouden, pvtt), dan kan jij ze bij elkaar binden.
A
vasthoudt
B
vasthoud
Slide 5 - Quizvraag
De rechtbank besloot beide verdachten tegelijk te (berechten).
A
berechten
B
berechtten
Slide 6 - Quizvraag
Pak nu onmiddellijk je boek en (houden) je mond!
A
houd
B
houdt
C
hield
D
hielde
Slide 7 - Quizvraag
Gisteren (luiden) de voorspelling nog regen en storm, maar nu schijnt de zon.
A
luidt
B
luid
C
luidde
D
luide
Slide 8 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord?
Hardop denkend liep Frits door het park.
denkend =
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
D
od
Slide 9 - Quizvraag
Het (verbazen, pvtt) me steeds weer dat er altijd wat moois bloeit in hun tuin.
A
verbaasdt
B
verbaasd
C
verbaast
D
verbaastd
Slide 10 - Quizvraag
Dat er ook 's winters iets in de tuin bloeit, heeft me altijd (verbazen).
A
verbaasdt
B
verbaasd
C
verbaast
D
verbaastd
Slide 11 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord?
Ik antwoord graag op al jouw vragen. antwoord =
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
D
od
Slide 12 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord
Het vliegtuig is op tijd geland. geland =
A
infinitief
B
vd
C
od
D
bn
Slide 13 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord
Het meisje liep zingend door de straat. zingend =?
A
infinitief
B
vd
C
od
D
bn
Slide 14 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord
De gewonde man moest met spoed naar het ziekenhuis. gewonde =?
A
infinitief
B
vd
C
od
D
bn
Slide 15 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord
Hij heeft mij ingelicht over de lastige zaak. ingelicht =?
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
D
inf
Slide 16 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord
Hij vermoedde helemaal niks. vermoedde =
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
D
inf
Slide 17 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord
De verklede meisjes zagen eruit als clowns. verklede =
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
D
bn
Slide 18 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord
Zwemmend in het meer genoot hij van het mooie weer. Zwemmend =
A
vd
B
od
C
bn
D
pvvt
Slide 19 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
De (verven) deur is nu geel.
A
vervende
B
geverfde
C
gefervde
D
gefervde
Slide 20 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
Het (verzetten) werk was zwaar.
A
verzete
B
verzette
C
vergezete
D
vergezette
Slide 21 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
De (verbreden) boulevard is mooi.
A
verbreede
B
verbreedde
C
verbreden
D
verbrede
Slide 22 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
De (bespreken) toets is goed gemaakt.
A
bespreken
B
bespraken
C
besproke
D
besproken
Slide 23 - Quizvraag
pvtt of vd?
De relschopper belooft dat hij zijn gedrag verbetert.
verbetert =?
A
pvtt
B
vd
Slide 24 - Quizvraag
pvtt of vd?
Zij vinden dat ze wel een snoepje hebben verdiend.
verdiend =?
A
pvtt
B
vd
C
od
D
bn
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Formatieve toets werkwoordspelling
Juni 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Oefentoets werkwoordspelling
Juni 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Formatieve toets werkwoordspelling
Oktober 2022
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
ww-spelling + gebiedende wijs herhaling klas 1 voor 2A3
December 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
*Toets werkwoordspelling
April 2022
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 2 - gebiedende wijs
Februari 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
werkwoordspelling pto3 v2 oefenen
Mei 2023
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Havo2 - week 16 - herhaling spelling
April 2021
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2