Les 2. Betrouwbaarheid & validiteit

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Upload hier een foto van je gemaakte diagram
Bekijk elkaars diagrammen.
Welke tops uit de diagrammen van je groepje kun je zelf nog gebruiken?
Wat doe jij juist beter?

Verbeter je eigen diagram. Klaar? Upload een foto van je diagram

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eisen aan onderzoek
Een meetinstrument is betrouwbaar als dezelfde meting ongeveer dezelfde resultaten oplevert.


Validiteit geeft aan in hoeverre de meting van het beoogde verschijnsel geldig is en in hoeverre het dus overeenkomt met de werkelijkheid


Slide 3 - Tekstslide

Eventueel kan hier nog in worden gegaan op het verschil tussen interne en externe validiteit (p. 85)
Betrouwbaarheid
De onderzoeker/onderzoeksmethode zorgt voor zo min mogelijk spreiding door toevallige fouten.

Het onderzoek is repliceerbaarbaar:
Bij herhaalde metingen/uitvoeringen zou er hetzelfde antwoord uit moeten komen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaar?
meetsysteem 1
08:01 door Pietersen, 39,1 graden
08:02 door Jansen, 39,2 graden
08:03 door Korte, 39,1 graden
09:04 door Pietersen, 39,2 graden

meetsysteem 2
08:01 door Pietersen, 38,2 graden
08:02 door Jansen, 40,4 graden
08:03 door Korte, 37,7 graden
 09:04 door Pietersen, 42,2 graden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mogelijke oorzaken van onbetrouwbaarheid van data?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Meet-onnauwkeurigheid
goede meetapparatuur
standaard protocol
1 laborant

check met:
duplo/triplo meting van bekende situatie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een methode dat lijdt tot een zo betrouwbaar mogelijk resultaat.
In tweetallen

Onderzoeksvraag: Wat is de gemiddelde lengte van leerlingen in vwo 4

timer
5:00

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je controleren of je onderzoek betrouwbaar is?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

betrouwbaarheid
  • goede meetapparatuur
  • standaard protocol
  • 1 laborant


check met:
duplo/triplo meting 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische variatie

Probleem: Door genetische verschillen hebben bv. verschillende rassen komkommers verschillende lengtes

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen
  • Genetisch identieke organismen kiezen
  • Selectiecriteria voor organismen

  • voldoende grote steekproef

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Validiteit
Validiteit is de mate waarin je resultaten geldig zijn en overeenkomen met de werkelijkheid. 

De validiteit kan worden onderzocht door te bepalen of je daadwerkelijk hebt gemeten wat je wilde meten, bijvoorbeeld door kritisch te kijken naar je onderzoeksopzet en meetinstrumenten.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Validiteit
Validiteit is de mate waarin je resultaten geldig zijn en overeenkomen met de werkelijkheid. De validiteit kan worden onderzocht door te bepalen of je daadwerkelijk hebt gemeten wat je wilde meten, bijvoorbeeld door kritisch te kijken naar je onderzoeksopzet en meetinstrumenten.

-meetapparatuur meet wat je wil meten
-de werkwijze introduceert geen standaard afwijkingen
-het onderzoeksontwerp zorgt dat onbekende factoren geen invloed hebben op de conclusie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Je bent benieuwd naar de lichamelijke gezondheid van de Nederlandse bevolking en voert daarom een onderzoek uit bij leeftijdsgenoten op je voetbalclub. Wat is er mis met deze aanpak?
Validiteit
Klik op de hotspot!
Je wil conclusies trekken die geldig zijn voor de Nederlandse bevolking, maar onderzoekt een kleine groep mensen van dezelfde leeftijd die allemaal sportief zijn. Dat is geen representatieve doorsnede van de bevolking en je conclusies zullen dus een lage validiteit (geldigheid) hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Tijdens de uitvoering vraag je mensen om mee te werken en je zet ze op een weegschaal. Je denkt verder niet na over het moment van de dag, de kleren die ze aan hebben en de spullen die ze bij zich hebben. Waarom is dat niet valide?
Klik op de hotspot!
Alle metingen worden vertekend door verschillen in het gewicht van kleding en schoenen, rugtassen en andere spullen: van niemand weeg je alleen het lichaamsgewicht. Daarnaast kan de ene persoon net gegeten of veel gedronken hebben en daardoor zwaarder zijn. Een ander kan net uit een training komen, flink gezweet hebben en juist lichter zijn. Door de grote onnauwkeurigheid in de gewichtsmeting die ontstaat, geven de resultaten je geen valide (geldig) beeld van de lichaamsgewichten van je proefpersonen.

Dit voorbeeld laat zien dat validiteit ook bij de uitvoering van je onderzoek van belang is.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willekeurige volgorde van behandelingen
bv: 
-de helft eerst met de ogen dicht
-de andere helft eerst de ogen gesloten

dit voorkomt 
leereffecten 
effect van toevallige omstandigheden  
voorbeelden
leereffect: de tweede keer gaat beter, omdat je al een keer geoefend hebt. Je zou dus kunnen denken dat ogen open houden helpt bij het houden van balans, terwijl het verschil alleen veroorzaakt wordt door oefening.
toevalseffecten: De eerste meting was er een aardbeving, waardoor het met ogen dicht slechter is gegaan. Dit heeft niets me kijken te maken


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe?
bepaal per organisme welke behandeling eerst komt met:
-kop of munt
-dobbelsteen
-lootjes trekken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doordat iedere proefpersoon door een ander wordt gemeten heeft invloed op de
A
betrouwbaarheid
B
validiteit
C
beide
D
geen van beide

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de behandelvolgorde willekeurig te maken verbeter ik de
A
betrouwbaarheid
B
validiteit
C
beide
D
geen van beide

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een onderzoeker was benieuwd hoeveel regenwormen er in het grasland beschikbaar zijn als voedsel voor de kievit. Om deze beschikbaarheid te meten ontwierp hij een kar waarmee hij over het grasland kon rijden om de regenwormen tussen het gras te tellen, zonder daarbij trillingen te veroorzaken die het gedrag van wormen beïnvloeden.
Is de betrouwbaarheid of validiteit verhoogd doordat hij de kar gebruikt. En hoe zit dat met het meerdere keren uitvoeren van het experiment per grasstrook?
A
Kar - validiteit Meerdere keren - betrouwbaarheid
B
Kar - betrouwbaarheid Meerdere keren - validiteit
C
Kar - betrouwbaarheid Meerdere keren - betrouwbaarheid
D
Kar - validiteit Meerdere keren - validiteit

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Licht toe waarom het onderzoek meer valide is als het onderzoekspanel ruikt aan wattenstaafjes in plaats van de oksels zelf?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het herhalen van metingen vergroot de betrouwbaarheid van je onderzoek.
A
Wel waar
B
Niet Waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Validiteit is een maat voor de geldigheid van je onderzoek en conclusies, voor de kans dat wat je gevonden hebt klopt.
A
Wel waar
B
Niet Waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Les 1
  • Je kunt met behulp van excel de standaarddeviatie van een gegevensreeks berekenen
  • Je kunt met behulp van foutenbalken de spreiding in een gegevensreeks weergeven.
Opdracht: maak een kopie van de excel op de volgende pagina. Maak een diagram waaruit blijkt tot in hoeverre je de doelstellingen beheerst.
onderzoeksvraag: wat is het verschil in ellepijplengte tussen mannen en vrouwen in VWO 5?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies