H5 is er werk voor jou?

H5 is er werk voor jou?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5 is er werk voor jou?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 2 - Quizvraag

Arbeidsmotieven zijn
A
dingen waar je kan werken
B
taken waar je goed in bent
C
redenen om te willen werken
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Wat staat er in een CAO?
A
Hoeveel belasting je over je loon moet betalen
B
Gezamenlijke afspraken over arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak
C
Daar staat in hoe vaak de vakbonden mogen staken

Slide 4 - Quizvraag

Mevrouw Meijerink verdient €1995,- bruto per maand. De loonbelasting bedraagt €145,50 en de sociale premies €35,20. Bereken haar nettoloon.
timer
2:00
A
€1815,-
B
€2175,70
C
€1814,30
D
€1849,50

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geschoold werk?

Slide 6 - Woordweb

Wat is zwart werken?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het grootste voordeel van arbeidsverdeling?
A
door taken te verdelen wordt het nooit saai
B
door taken te verdelen heb je een planner nodig
C
door taken te verdelen kun je meer mensen in dienst nemen
D
door taken te verdelen kun je sneller en beter produceren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een nadeel bij een VOF?
A
Je kan snel een besluit nemen
B
Je kan overleggen met je partner
C
Je hebt een groter vermogen
D
Je bent privé aansprakelijk

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent ZZPer?

Slide 10 - Woordweb

Het verschil tussen een NV en een BV is
A
dat de eigenaar bij een nv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
C
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
D
dat de eigenaar bij een bv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden

Slide 11 - Quizvraag

Noem de 4 productiesectoren.

Slide 12 - Open vraag

Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?

Slide 13 - Open vraag

Wat bedoelen we met werkgelegenheid?

Slide 14 - Open vraag

Wie behoort er tot de beroepsbevolking?

Slide 15 - Open vraag

Wat staat er in de wet gelijke behandeling?

Slide 16 - Open vraag

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Dat je beschikbaar bent voor werk.
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Slide 17 - Quizvraag