2VMBO-KGT - Voorvoegsel

AFSPRAKEN
  • Mijn telefoon laat ik met rust en heb ik in mijn broekzak of tas, tenzij de docent mij toestemming heeft gegeven om deze erbij te pakken. Hetzelfde geldt voor mijn oordopjes/koptelefoon;
  • Wanneer ik iets wil zeggen of vragen, steek ik mijn hand op;
  • Wanneer iemand anders aan het woord is, ben ik stil;
  • Ik heb mijn spullen te allen tijde bij mij;
  • We behandelen elkaar met respect.
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 6 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

AFSPRAKEN
  • Mijn telefoon laat ik met rust en heb ik in mijn broekzak of tas, tenzij de docent mij toestemming heeft gegeven om deze erbij te pakken. Hetzelfde geldt voor mijn oordopjes/koptelefoon;
  • Wanneer ik iets wil zeggen of vragen, steek ik mijn hand op;
  • Wanneer iemand anders aan het woord is, ben ik stil;
  • Ik heb mijn spullen te allen tijde bij mij;
  • We behandelen elkaar met respect.

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
weet ik wat een voorvoegsel is;

ken ik de betekenis van woorden 1 (de helpdesk, interactief, de gegevens, levensgroot, de media, het misverstand, de monitor, opbiechten, registreren, de slaapstand, de sociale media, veel tijd in beslag nemen en verlopig)
Wat gaan we doen?
  • Afspraken doornemen
  • Doelen van de les bespreken
  • Uitleg over het voorvoegsel
  • Woorden 1 doornemen
  • Zelfstandig werken
  • Evaluatie van de les: welke woorden ken je écht goed en wat is een voorvoegsel?

Slide 2 - Tekstslide

VOORVOEGSEL (prefix) , WAT IS DAT?
Een stukje woord dat altijd vooraan staat: voorvoegsel.

Voorbeelden: on-, in-, her-, op-, af-, super-.

Bestaat niet als een los woord, vaak heeft het wél een betekenis: 
on- = niet
her- = opnieuw
super- = heel erg

Bedenk met je buurman of -vrouw een woord met de bovenstaande voorvoegsels en schrijf de betekenis erbij.

timer
1:30

Slide 3 - Tekstslide

WOORDEN 1

Slide 4 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Maken: opdracht 1 tot en met 7 in stilte.
Niet af? Huiswerk voor morgen.
Eerder klaar? Lezen in je leesboek.
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

EVALUATIE
  • Welke woorden ken je écht goed?
  • Wat is een voorvoegsel?

Slide 6 - Tekstslide