H12 Evolutie - Variatie & Selectie

Hoofdstuk 12
blz 154 lesboek ina st
Evolutie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 12
blz 154 lesboek ina st
Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is volgens jou evolutie?

Slide 2 - Woordweb

0

Slide 3 - Video

Leerdoelen 12.1
  • Je kunt uitleggen hoe verschillende rassen ontstaan.
  • Je kunt uitleggen wat natuurlijke selectie is.
  • Je kunt uitleggen hoe nieuwe soorten ontstaan.
  • Je kunt uitleggen hoe erfelijke variatie ontstaat.
  • Je kunt uitleggen wat evolutie is.



Slide 4 - Tekstslide

Begrippen die je moet kennen
  • Evolutie - geleidelijke aanpassing aan omstandigheden
  • Genetische of erfelijke variatie
  • Mutaties - kleine veranderingen in erfelijk materiaal
  • Selectie: natuurlijke & kunstmatig
  • Isolatie
  • Soort



Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt evolutie?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ontstaat variatie in fenotype?
  1. Door de omgeving - bijvoorbeeld veel eten, weinig eten
  2. Door verschillen in genen, ofwel verschil in genotype = erfelijke variatie.


Slide 7 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Natuurlijke selectie = de best aangepaste organismen geven hun genen vaker door aan de volgende generatie dan de minder goed aangepaste organismen. Het aandeel van de goed aangepaste individuen van een soort in de volgende generatie wordt daardoor groter. 

  • overlevingskans
  • meest voordelige eigenschappen
  • beste aanpassingen

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld van natuurlijke selectie
("Survival of the Fittest") 
van evolutie
Best aangepast aan leefomgeving 
Wie van de giraffe's kan zich het best voortplanten?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe onstaan verschillende rassen?
Definitie ras
een groep individuen van dezelfde soort, met ongeveer hetzelfde fenotype

Veredelen of kunstmatige selectie
1. selecteren bepaalde eigenschap
2. kruisen [laten paren]
3. selecteren bepaalde eigenschap
4. kruisen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

In een bepaalde populatie komen ongeveer evenveel slakken met lichtgekleurde huisjes voor als slakken met donkergekleurde huisjes. De kleur van de huisjes is erfelijk bepaald. Door een verandering in de omgeving wordt de ondergrond waarop ze leven donkerder. Vogels eten daardoor slakken met lichte huisjes eerder op dan die met donkere. Na een paar generaties blijken er in die populatie bijna geen slakken met lichte huisjes meer te zijn. Is er in deze populatie sprake van selectie?
A
Nee
B
Ja, van kunstmatige selectie
C
Ja , van natuurlijke selectie

Slide 13 - Quizvraag

Hoe ontstaan nieuwe soorten?
  1. Isolatie
  2. Variatie van een bepaalde erfelijke eigenschap
  3. Erfelijke eigenschap is erfelijk
  4. Natuurlijke selectie; de best aangepaste organismen kunnen zich het beste voortplanten. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Het ontstaan van nieuwe soorten volgens Darwin

Slide 16 - Tekstslide

Nieuwe soorten
  • Variatie in snavelvorm
  • Snavelvorm is erfelijk 
  • Verschillende biotopen 
  • Isolatie

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe ontstaan nieuwe soorten?
  1. Isolatie
  2. Variatie van een bepaalde erfelijke eigenschap
  3. Erfelijke eigenschap is erfelijk
  4. Natuurlijke selectie; de best aangepaste organismen kunnen zich het beste voortplanten. 

Slide 19 - Tekstslide

Erfelijke variatie
Erfelijk variatie onstaat door mutaties in het DNA van een geslachtscel --> het  individu heeft een iets ander genotype gekregen.
Door variatie in genotype is ook variatie in fenotype.

Sommige mutaties zijn gunstig, dus leveren een grotere overlevingskans op, dus ook meer kans op nakomelingen. 
Het nieuwe fenotype komt dan steeds vaker voor. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Evolutie
Definitie

De langzame verandering van soorten of het ontstaan van nieuwe soorten.

Slide 22 - Tekstslide

Evolutietheorie
De theorie die uitlegt hoe en waardoor soorten veranderen. 

Slide 23 - Tekstslide

3 voorwaarden voor evolutie
1.  Er is variatie
2. De variatie is erfelijk
3. Er is (natuurlijke) selectie

Slide 24 - Tekstslide

Argumenten evolutietheorie

  1. Fossielen
  2. Overeenkomsten in bouw
  3. Rudimentaire organen
  4. Overeenkomst in embryonale ontwikkeling

Slide 25 - Tekstslide

De ontwikkeling van vissen tot amfibieën is een voorbeeld van evolutie.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

De ontwikkeling van larve van het lieveheersbeestje tot een volwassen lieveheersbeestje is een voorbeeld van evolutie?
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een organisme?
A
Een steen
B
Darwin's evolutietheorie
C
Een levend wezen
D
Een bedrijf

Slide 28 - Quizvraag

Wat is GEEN belangrijk sleutelbegrip bij evolutie?
A
Omgeving
B
Generaties
C
Het aangepast zijn van soorten
D
Leergedrag van dieren

Slide 29 - Quizvraag

Wat is volgens Darwin de drijvende kracht achter evolutie?
A
Natuurlijke extinctie
B
Natuurlijke selectie
C
Natuurlijke sequentie
D
Natuurlijke reproductie

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video