Les 2. Schoon en ordelijk

Schoon en ordelijk 
Lesweek 2. 
Wat gaan we doen? 
Terugblikken naar les 1 : Schone en ordelijke omgeving 
Begin maken: 
Onderhoudt van ruimte en materialen 


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schoon en ordelijk 
Lesweek 2. 
Wat gaan we doen? 
Terugblikken naar les 1 : Schone en ordelijke omgeving 
Begin maken: 
Onderhoudt van ruimte en materialen 


Slide 1 - Tekstslide

Terugblik 
Wat hebben we gedaan? 
- oriëntatie schoon en ordelijk
- Voordelen en het belang van een schone opgeruimde en verzorgde omgeving
- belang van het betrekken van kinderen bij het opruimen


Slide 2 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk kinderen te betrekken bij het opruimen?

Slide 3 - Open vraag

Op welke manieren kan je kinderen betrekken bij het opruimen?

Slide 4 - Open vraag

Wat hoort er niet bij?
Kenmerken van een opgeruimde ruimte zijn;
A
Spullen op een vaste plek
B
Spullen zijn gesorteerd soort bij soort
C
Spullen kunnen door elkaar heen
D
Als het kan kleur bij kleur sorteren

Slide 5 - Quizvraag

Op welke manieren kan je ervoor zorgen dat een verblijf ruimte fris blijft? Noem er minstens 2 op.

Slide 6 - Open vraag

Om een verblijfsruimte in de KO schoon kunnen te houden is het handig dat elke PM'er probeert dat zelfstandig te doen.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is samenwerking bij het schoonhouden van een verblijfsruimte belangrijk?

Slide 8 - Open vraag

Leerdoelen 
Aan het eind van de les;  
-Kan de student toelichten wat de kenmerken zijn van een protocol. 

- Kan de student aangeven waarom het belangrijk is om een ruimte schoon te houden om zodoende infectie ziekten tegen te gaan. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een protocol? 
Dat is; 

Een gedragsinstructie over hoe je je moet gedragen en wat je moet doen in een bepaalde situatie. Dit staat stap voor stap beschreven.




Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld brandprotocol 

Slide 11 - Tekstslide

Waarom werken met een protocol? 
We werken met protocollen om dezelfde taken steeds op dezelfde manier uit te voeren. 
Hierdoor werk je op de juiste en veilige manier, weten de kinderen wat ze kunnen verwachten en lever je steeds dezelfde kwaliteit.

Slide 12 - Tekstslide

Protocollen in de kinderopvang
Met sommige protocollen werk je dagelijks; 
Bijvoorbeeld, Het verschonen van een luier. 

Andere protocollen gebruik je misschien een paar keer per jaar;  Bijvoorbeeld het protocol voor uitstapjes buiten het gebouw.

Slide 13 - Tekstslide

Welke protocollen ken jij?

Slide 14 - Open vraag

Relatie protocol met beleidsplannen en wettelijke regels

Een protocol maak je niet zomaar!!

Een protocol is vaak een uitvloeisel van een wet, een beleidsplan of van regels.

 

Slide 15 - Tekstslide

Relatie protocol met beleidsplannen en wettelijke regels
In de hygiëneregels van de GGD staat bijvoorbeeld hoe een instelling om moet gaan met ziektes en hygiëne. Scholen en kinderopvanginstellingen moeten melding doen wanneer ziektes voorkomen bij een van de kinderen of het personeel. 


Slide 16 - Tekstslide

Relatie protocol met beleidsplannen en wettelijke regels
De uitwerking in een protocol kan dan zijn dat de GGD geïnformeerd moet worden bij bepaalde ziektes. Daarnaast moet omschreven zijn wat de regels zijn bij ziekte, wie er verantwoordelijk is en wanneer een kind wel of niet naar de opvang kan.

Slide 17 - Tekstslide

Pedagogisch beleid en protocollen 
Iedere instelling heeft een pedagogisch beleid. 

Hierin staat beschreven hoe de instelling omgaat met de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. 

Protocollen zijn een logisch gevolg van het pedagogisch beleid.

Slide 18 - Tekstslide

Waar kan je protocollen van een instelling terug vinden?

Slide 19 - Open vraag

Doe- opdrachten (15 min) 






Hoeveel protocollen kun je vinden op het ROC?

Slide 20 - Tekstslide