Starttaal Instap thema 3 in en om het huis

Starttaal Instap
Nederlands
---
Thema 3 
In en om het huis
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Starttaal Instap
Nederlands
---
Thema 3 
In en om het huis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands

Taak E: Hoe schrijf ik een e-mail?















Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les:
  • Ik weet wat een e-mail is
  • Ik ken de onderdelen van een e-mail
  • Ik oefen hoe ik een goede e mail kan schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

e-mail 
elektronische post

digitale brief

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Heb je weleens een e-mail gestuurd?
JA
NEE

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Naar wie sturen mensen een e-mail. Geef een voorbeeld.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

privé : aan familie /vrienden
  • hoe het met je gaat
  • uitnodiging
  • verhuisbericht
  • kerstkaart





Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijk:
  • solliciteren
  • klacht indienen
  • informatie vragen
  • inschrijven





Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mail-adressen
i.finke@defaam.org
info@defaam.org
 info@kt3.nl
praktijkhetkalf@zorgring.nl
a.deboer@hotmail.com

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.


formeel taalgebruik
informeel taalgebruik
u
     jij , je en jou
geachte heer/mevrouw,
     hoi!
met vriendelijke groet,
     groetjes
mededelen
     vertellen
tot mijn spijt
     sorry
verzoeken
     vragen
deelnemen
     meedoen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

R Formele en informele taal
Formele taal
Informele taal
- Je spreekt de ander aan met u.
Je en jou zeggen mag.
Je gebruikt nette taal.
Je mag vlotte taal gebruiken (spreektaal, straattaal, dialect)
Je bent netjes en beleefd.
Grapjes maken mag!

Slide 12 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Waar staat een goed emailadres?
A
martingarrix.gmail.com
B
martingarrix@gmailcom
C
martingarrix@gmail.com
D
martingarrix.gmail@com

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe moet je de aanhef van een zakelijke email formuleren?
A
Geachte heer/mevrouw
B
Hallo
C
Beste vriend
D
Hey

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een zakelijke email spreek je de geadresseerde aan met 'u'
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je U in je email?
(2 antwoorden)
A
bij een vriendin
B
bij een volwassene die je niet kent
C
bij de baas
D
bij een goede vriend

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke antwoord is juist?

Een email verstuur ik...
A
per brief
B
op de computer

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede afsluiting voor een zakelijke email?
A
Liefs
B
Bedankt voor je tijd
C
Met vriendelijke groet
D
Tot ziens

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede aanhef voor een e-mail naar een onbekend persoon?
A
Hoi,
B
Hallo,
C
Beste meneer/mevrouw,
D
Hoe gaat het?

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk leesteken hoort er aan het einde van deze zin?

Wanneer kan ik met werken beginnen

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat mist er bij deze zin:
alvast bedankt voor uw antwoord!
A
Hoofdletter
B
Leestekens
C
Taalfout
D
Een werkwoord

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een e-mail heeft de volgende onderdelen:

e-mail adressen
Onderwerp
----------
Aanhef
Bericht
Slotgroet

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Boek blz 253

Taak E: Hoe schrijf ik een e-mail?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Opdracht 1 : samen maken 

Opdracht 2, 3, 4: zelfstandig 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies