Hoofdstuk 1.2 Lezen

Hoofdstuk 1 Lezen tekstindeling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Lezen tekstindeling

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Opdrachten bespreken
20 min
-Herhalen tekstindeling
20 min
-Oefenen
40 min

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat er in de inleiding wordt behandeld;
  • Je weet wat er in het middenstuk wordt behandeld;
  • Je weet wat er in het slot wordt behandeld;
  • Je kunt de verschillende onderdelen in een tekst herkennen en benoemen. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je al?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat er in de inleiding wordt behandeld.



Je weet wat er in het middenstuk wordt behandeld.
Je weet wat er in het slot wordt behandeld.
Je kunt de verschillende onderdelen in een tekst herkennen en benoemen. 

Slide 4 - Sleepvraag

Nabespreken opdracht 1


Het onderwerp van de tekst: presentatiespanning.

Welke manier van inleiden wordt gebruikt?

Alinea 11 is de slotalinea. Leg uit hoe dat uit de inhoud van de alinea blijkt. 
[11] Ondanks de bezwaren zit de grootse winst van virtualrealityapps in de mogelijkheid dat sprekers in hun eigen omgeving een volledige presentatie-ervaring krijgen. Ze staan in een zaal met hun eigen slides en voor een publiek dat ze alle aandacht geeft. De apps zijn een hulpmiddel, maar absoluut geen wondermiddel. Om een goede spreker te worden, moet het oefenen en trainen altijd doorgaan.

Naar welk deelonderwerp verwijst de titel?


Slide 5 - Tekstslide

Nabespreken opdracht 2


Welke manier van inleiden wordt gebruikt?

Alinea 11 is de slotalinea. Leg uit hoe dat uit de inhoud van de alinea blijkt. 
[14] Alle media die voor jongeren werken, zijn zich bewust van de impact die het nieuws kan hebben. De tijdschriften én het journaal werken dan ook met de sandwichformule: heftig nieuws tussen twee losse, luchtige items. Dat kan niet altijd. Maar wat wél kan: aan het eind van een ernstig nieuwsbericht een beetje hoop geven. Ronald Bartlema van het Jeugdjournaal: ‘Tv vergroot het nieuws uit. Kinderen kunnen moeilijker relativeren dan volwassenen. Als afsluiting van een heftig nieuwsitem laten we een lichtpuntje zien. Een bericht over een zware aardbeving eindigt dan bijvoorbeeld met: ‘‘Er zijn hulpverleners onderweg.’’’

Wat is figuurlijk taalgebruik?


Slide 6 - Tekstslide

Hoe goed beheers je de leerdoelen na het nakijken van de opdracht?
010

Slide 7 - Poll

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Wat is geen functie van een inleiding?
A
onderwerp aangeven
B
voorbeeld geven
C
vraag stellen
D
advies geven

Slide 8 - Quizvraag


Lees de inleiding
nauwkeurig.

Wat is de functie van de inleiding?
A
enkel aandacht trekken
B
het onderwerp noemen
C
centrale vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 9 - Quizvraag

Inleiding


Een zakelijke tekst bestaat meestal uit een inleiding, middenstuk en slot. 

Een inleiding van een tekst wordt bijna altijd het onderwerp genoemd. Daarnaast wordt bijvoorbeeld:
- de aanleiding voor het schrijven genoemd;
- een voorbeeld bij het onderwerp gegeven;
- een anekdote verteld;
- een belangrijke vraag gesteld;
- een mening of standpunt (over het onderwerp) gegeven;
- de hoofdgedachte van de tekst genoemd;
- een deskundige over het onderwerp geïntroduceerd;
- iets over de opbouw van een tekst verteld;
- een korte samenvatting van een tekst gegeven. 

Slide 10 - Tekstslide

In het middenstuk ...
A
vind je de hoofdgedachte.
B
wordt een conclusie gegeven.
C
vind je de deelonderwerpen.
D
wordt een advies gegeven.

Slide 11 - Quizvraag

In het middenstuk
A
wordt het belangrijkste uit een tekst herhaald
B
staat de meeste informatie
C
maak je kennis met het onderwerp van een tekst

Slide 12 - Quizvraag

Middenstuk


In het middenstuk van een tekst worden verschillende zaken behandeld die met het onderwerp te maken hebben. Dat zijn de deelonderwerpen. 

Slide 13 - Tekstslide

Functies van het slot.
Wat is een functie van het slot?
A
de centrale vraag stellen
B
Een advies geven
C
Een samenvatting geven.
D
enkele personen introduceren.

Slide 14 - Quizvraag

Het slot heeft altijd een functie.

Wat kan GEEN functie van een slot zijn?
A
een vraag stellen
B
een samenvatting geven
C
een conclusie trekken
D
een oplossing van een probleem geven

Slide 15 - Quizvraag

Lees het slot. Wat is de functie van het slot?

A
een advies geven
B
een conclusie geven
C
een samenvatting geven
D
een toekomstverwachting geven

Slide 16 - Quizvraag

Slot



In het slot van een tekst  wordt bijvoorbeeld:
- de hoofdgedachte van de tekst genoemd;
- een advies gegeven;
- een conclusie getrokken;
- een korte samenvatting van een tekst gegeven;
- een toekomstverwachting genoemd;
- een vraag uit de inleiding beantwoord. 

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen
Wie?
Eerst klassikaal, daarna zelfstandig.
Wat?
Nieuw Nederlands - Hfst 1 - Lezen, indeling van een tekst - Opdracht 4 en 8. We lezen tekst 4 klassikaal, de opdrachten maak je zelfstandig. Daarna ga je zelfstandig verder.
Hoe?
Chromebook, Nieuw Nederlands. 
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 12:50.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Lees de theorie van Hfst 2 Lezen. 

Slide 18 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat er in de inleiding wordt behandeld.



Je weet wat er in het middenstuk wordt behandeld.
Je weet wat er in het slot wordt behandeld.
Je kunt de verschillende onderdelen in een tekst herkennen en benoemen. 

Slide 19 - Sleepvraag