Op een kaart zie je alles van boven in het klein. Kaarten zijn kleiner dan in werkelijkheid. Ze worden op schaal getekend. Om te weten hoe vaak de werkelijkheid is verkleind, heeft elke kaart een schaal.
Een schaal van 1:500.000 betekent dat 1 cm op de kaart in het echt 500.000 centimeter is. Je maakt er meters van door twee nullen weg te strepen.
Streep je vijf nullen weg, dan worden het kilometers. 1 centimeter op de kaart is in dit voorbeeld 5000 meter ofwel 5 kilometer.