Hfd-4 Oefentoets

Hfd-4 Oefentoets
Revolutie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hfd-4 Oefentoets
Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de naam van tijdvak 7 bij hoofdstuk 4?
A
Regenten en vorsten
B
Pruiken en revoluties
C
Burgers en stoommachines
D
Wereldoorlogen

Slide 2 - Quizvraag

.

Welk kenmerkend aspect hoort bij tijdvak 7?
A
De Reformatie en de splitsing van de christelijke kerk
B
Het begin van staatsvorming en centralisatie
C
Het streven van vorsten naar absolute macht
D
Geen van de genoemde kenmerkende aspecten is juist

Slide 3 - Quizvraag

Noteer het kenmerkend aspect dat het beste in verband kan worden gebracht met De Verlichting (tijdvak 7).

Slide 4 - Open vraag

1
2
3
4
5
De Franse koningen losten problemen niet op en er was veel ongelijkheid in de samenleving.
Op 14 juli 1789 bestormden Parijzenaren de Bastille.
Lodewijk XVI werd veroordeeld voor hoogverraad en onthoofd.
Er was veel kritiek op de manier van regeren van de Franse koningen.
De bevolking eiste meer gelijkheid en inspraak in het bestuur.

Slide 5 - Sleepvraag

Welke twee begrippen horen bij deze tekening?
A
absolutisme
B
encyclopedie
C
rationalisme
D
Verlichting

Slide 6 - Quizvraag

Verlichting
Ancien Regime
rationalisme

traditie
gelijkwaardigheid
Trias Politica 
onderzoek en experiment

standenmaatschappij

absolutisme
natuurrechten 

Slide 7 - Sleepvraag

Scheiding der Machten: 
Trias Politica
de rechtbanken
parlement
regering: premier + ministers

Slide 8 - Sleepvraag

Geef een omschrijving van het begrip:
constitutionele monarchie

Slide 9 - Open vraag

Geef een omschrijving van het begrip:
radicalen

Slide 10 - Open vraag

Welke overeenkomst is er tussen de constitutionele monarchie van Frankrijk eind 18de eeuw en de trias politica?
A
In de constitutionele monarchie had de koning geen macht meer
B
In de grondwet van het Franse koninkrijk waren de machten gescheiden
C
In de grondwet van Frankrijk had de koning de uitvoerende macht
D
Montesquieu was de bedenker van de trias politica en van de Franse grondwet.

Slide 11 - Quizvraag

Leg uit waarom veel hugenoten uit Frankrijk vluchtten in de tijd van Lodewijk XIV.

Slide 12 - Open vraag

Hoe moest volgens Jean-Jacques Rousseau een land bestuurd worden?

Slide 13 - Open vraag

De eed op de kaatsbaan is een belangrijke gebeurtenis in de Franse Revolutie. Leg uit wat de eed op de kaatsbaan inhield.

Slide 14 - Open vraag

De eed op de kaatsbaan is een belangrijke gebeurtenis in de Franse Revolutie. Wat was de oorzaak hiervan?
A
politiek-bestuurlijke oorzaak
B
economische oorzaak
C
sociaal-emotionele oorzaak
D
culturele oorzaak

Slide 15 - Quizvraag

Wie verbood het protestantisme in Frankrijk door het Edict van Nantes te verbreken?
A
Lodewijk XI
B
Lodewijk XV
C
Lodewijk XIV
D
Lodewijk XVI

Slide 16 - Quizvraag

Het Edict van Nantes hield in dat...
A
Hugenoten geen vrijheid hadden in Frankrijk
B
Hugenoten wel vrijheid hadden in Frankrijk
C
Fransen alleen katholiek mochten zijn
D
De hoofdstad van Frankrijk Nantes werd in plaats van Parijs

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer werd het edict van Nantes ingevoerd?
A
1523
B
1555
C
1578
D
1598

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer werd het edict van Nantes afgeschaft door Lodewijk XIV?
A
1685
B
1695
C
1715
D
1776

Slide 19 - Quizvraag

Wie moesten in de Tijd van pruiken en revoluties belasting betalen en waren daar ontevreden over?
A
de geestelijken en edelen
B
de mensen uit de derde stand
C
de mensen die het meest verdienden
D
de mensen die werk hadden

Slide 20 - Quizvraag

Zet de standen  van de Franse standensamenleving in de juiste volgorde.
Adel
Burgers
Geestelijkheid

Slide 21 - Sleepvraag


Hoe herken je op de bron (achtergrond) de derde stand?

Slide 22 - Open vraag

Wat was de Terreur?
A
De gewelddadige omverwerping van de constitutionele monarchie in Frankrijk door de Terreur.
B
De gewelddadige omverwerping van het oude bestuur in Frankrijk door radicalen.
C
Een periode waarin radicalen, onder leiding van Robespierre, gematigden vermoordden.
D
Een periode waarin radicalen massaal werden onthoofd door Lodewijk XVI.

Slide 23 - Quizvraag

Over het verloop van de Franse Revolutie
2e fase
radicalen
1e fase
gematigden
De Terreur
Nieuwe grondwet
Standensamenleving afgeschaft
Robespierre

Slide 24 - Sleepvraag

In 1794 kreeg Robespierre de doodstraf. Waarmee werd deze doodstraf uitgevoerd?

Slide 25 - Open vraag