6.1 De verwantschap tussen soorten

H9: Erfelijkheid
H6: Soorten en populaties
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H9: Erfelijkheid
H6: Soorten en populaties

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
 6.1 De verwantschap tussen soorten 
6.2 Populaties
6.3 Soorten in hun omgeving
6.4 Relaties tussen soorten

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
- 6.1 Verwantschap tussen soorten
- Opdrachten 6.1
- 6.2 Populaties

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.1 Verwantschap tussen soorten

Slide 4 - Tekstslide

6.1 Leerdoelen
1. Je noemt de criteria waarop de indeling in soorten berust en je herkent een wetenschappelijke soortnaam.

2. Je legt uit hoe de indeling van soorten op basis van verwantschap tot stand komt.

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis:

Opfrissen (H2):
de verschillende 
organisatieniveaus in de biologie. We gaan in dit hoofdstuk aan de slag met soorten en populaties. 

Slide 6 - Tekstslide

Taxonomische indeling (RAKOFGS)
Links de meest 'grote' groep (verzameling)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Wat zijn de verschillen tussen de 3 domeinen; archaea, bacteriën en eukaryoten?

Slide 12 - Open vraag

Voorbeeld

Slide 13 - Tekstslide

Taxonomie van de mens
Deel de mens in in de juiste taxons. 
Domein:
Rijk:
Afdeling:
Klasse:
Orde:
Familie:
Geslacht:
Soort:

Slide 14 - Tekstslide

Taxonomie van de mens
      Deel de mens in in de juiste taxons. 
      Domein: Eukaryoten
      Rijk: Dieren (animalia)
      Afdeling: Gewervelden (chordata)
      Klasse: Zoogdieren (mammalia)
      Orde: Primaten
      Familie: Hominiden
      Geslacht: Homo
      Soort: Homo sapiens

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Carl Linnaeus (1707 – 1778)
Grondlegger taxonomie – wetenschappelijke indeling van soorten/ Binominale naamgeving/ Op uiterlijke kenmerken

Slide 17 - Tekstslide

Binominale naamgeving voorbeeld
Soortnaam bestaat uit: 
Geslachtsnaam + soortnaam


Slide 18 - Tekstslide

Wat betekenen de soorttoevoegingen van deze mussen?

groot

kamdragend

staart
cauda(tus)
cristatus
major

Slide 19 - Sleepvraag

Welke twee soorten mussen zijn het meest aan elkaar verwant?
A
staartmees en kuifmees
B
staartmees en koolmees
C
kuifmees en koolmees

Slide 20 - Quizvraag

DNA
De taxonomische indeling uit de 18e eeuw is enkel op morfologisch (uiterlijke kenmerken en bouw) onderzoek gebaseerd.

DNA-onderzoek kan, door het berekenen van de hoeveelheid genetische variatie tussen twee organismen, de verwantschap veel exacter berekenen.

Dit heeft in de afgelopen decennia tot heel wat nieuwe inzichten over soortrelaties geleid en daarmee tot nieuwe indelingen.

Slide 21 - Tekstslide

DNA onderzoek 
 moleculaire klok
Methode waarmee verschillen in het DNA van twee of meer soorten gebruikt worden om te schatten hoe lang geleden die soorten een gemeenschappelijke voorouder hadden. 

Hoe meer verschillende mutaties (tussen de twee soorten) aangetroffen worden, hoe minder nauw verwant ze zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Biologische definitie van een soort:
Organismen behoren tot dezelfde soort als ze: 

1) Met elkaar kunnen voortplanten
én 
2) Daar vruchtbare nakomelingen uit komen.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een soort?
  • Soms ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting ook vruchtbare nakomelingen (bijv. wandelende takken)
  • Soms ontstaan er hybrides (mix tussen twee soorten) die wél vruchtbaar zijn. Dit kan alleen bij nauwe verwantschap (zelfde geslacht).
-> dit maakt de definitie niet helemaal sluitend. DNA onderzoek kan dan uitsluitsel geven.



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

soorten of rassen?
Ras:  -ontstaat door fokken van dieren of kweken/veredelen  
             van planten.
          -binnen het ras: homozygoot voor veel eigenschappen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Video