nakijken par 2.1: vraag 7, 8a, 9 en 10
7a. Rekenmiddel. Je drukt de waarde van de trui uit in geld.
b. Rekenmiddel. De waarde van arbeid druk je uit in geld.
c. Spaarmiddel. Je bewaart geld om later mee te kunnen betalen. d. Ruilmiddel. Je ruilt geld voor een tablet.
8a. Spaarmiddel: Nederlanders zetten massaal geld opzij. Ze sparen dus.
Ruilmiddel: Ze gaan in een later stadium geld uitgeven, dan is er sprake van een ruilmiddel.
9a. Bij geld hebben mensen toch vaak het beeld van een munt of een bankbiljet. Om
bitcoin voor mensen meer ’tastbaar’ te maken wordt hij afgebeeld als een fysieke munt.
b. Bitcoin is in El Salvador dan ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel.
c. Voordeel: je sluit je aan bij een internationaal netwerk en hoeft als land niets meer zelf te organiseren hiervoor.
Nadeel: bitcoin verandert heel snel in waarde en dat kan ongunstig zijn voor de inwoners van El Salvador. Bovendien hebben veel mensen geen internetaansluiting.
10a. pinpas, telefoon/ smartwatch, creditcard, online via PayPal of iDeal, ApplePay, tikkie of betaalverzoek.
b. Je hoeft nu niet meer eerst geld te pinnen bij een geldautomaat, maar kunt meteen betalen met geld op je rekening.
c. Geld is als spaarmiddel aantrekkelijker geworden omdat je nu weer wat meer rente over je spaargeld krijgt. Geld wegzetten om in de toekomst iets te kopen levert dus nu weer wat geld op, in de vorm van rente.