Ethiek les 1

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is ethiek?

Slide 3 - Woordweb

Heb je te maken met ethiek in de zorg?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

4 ethische principes
  • Weldoen
  • Niet schaden
  • Verantwoordelijkheid
  • Rechtvaardigheid

Slide 11 - Tekstslide

Zorgethiek?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Conclusie 1

Zorgethiek concentreert zich op waarden die van belang zijn voor het in stand houden en laten floreren van zorgrelaties, zoals betrokkenheid, afhankelijkheid, kwetsbaarheid, verantwoordelijkheid en zorgzaamheid

Slide 14 - Tekstslide

Conclusie 2
Morele basisprincipes in de zorg:
  • Respect voor autonomie: de wens van de patient zoveel mogelijk respecteren.
  • Niet schaden: mensen geen schade toebrengen
  • Weldoen: zo veel mogelijk het welzijn van mensen bevorderen, inclusief hun leven beschermen
  • Rechtvaardigheid: de ene persoon niet anders (minder of beter) behandelen dan de andere persoon met dezelfde behoefte

Slide 15 - Tekstslide

Groepsopdracht

Zoek in groepjes van 2 uit wat waarden en normen zijn en geef voorbeelden van elk. 
Welke waarden en normen zijn voor jou belangrijk in je werk?

Slide 16 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarden zijn idealen, dus kwaliteiten of situaties waar je naar wilt streven. Welzijn, zorgzaamheid, aandacht, vrijheid.

Normen zijn de spelregels hoe je handelt. Regels waarmee je de waarden realiseert. Waarde: eerlijkheid. Norm: niet liegen, niet stelen.

Wat wij als normaal zien (de norm) komt voort uit een overtuiging die we hebben (de waarde)

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeelden?

Slide 18 - Tekstslide

Als ik zeg dat stelen moreel verwerpelijk is
Dan voel ik dit maar het is ook mijn overtuigingen.
Maar wat als degene het financieel heel slecht heeft?
We streven naar morele oordelen die kloppen, maar hoe en wanneer weten we wanneer we het bij
het rechte eind hebben?

Slide 19 - Tekstslide

wat is goed?
fragment uit het boek slotcouplet, ervaringen van een longarts

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Dilemma
Een situatie met een of/of karakter (ingrijpen of niet ingrijpen);

Aan beide mogelijkheden zitten negatieve consequenties, beide mogelijkheden lijken niet goed;
Het geheel heeft een dwingend karakter; je moet een keuze maken, of het een, of het ander; niets doen is ook een keuze.

Slide 22 - Tekstslide

Er zijn meerdere cliënten die tegelijk jouw hulp nodig hebben en je staat er alleen voor. Aan wie geef je de voorrang en waarom? 

Slide 23 - Tekstslide

  • Verkennen: wat is er aan de hand? Welke handelingsopties zijn er en wie zijn in deze situatie de betrokkenen?
  • Onderzoeken: wat is de ethische vraag of het dilemma? Welke argumenten (waarden, belangen en principes) zijn hier in het spel?
  • Afwegen: weeg zorgvuldig af waarom je een bepaalde keuze maakt en wat mogelijke gevolgen zijn voor wie. Wat is het gevolg voor de cliënt van jouw handeling of het nalaten daarvan?
  • Besluiten: zoek naar de balans tussen alle (morele) betrokkenen met het oog op goede zorg.


Slide 24 - Tekstslide