Ethiek les 2

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exposure

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als eerst gaan we kijken naar wat moraal is en wat een moreel oordeel is. 
.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is moraal?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Moraal is
Het geheel van normen en waarden dat als belangrijke richtlijn voor het eigen handelen wordt beschouwd. 

Een moreel standpunt bevat redenen en argumenten die voortkomen uit morele waarden en normen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtuigingen die mensen belangrijk vinden om na te streven.
Zijn ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen.
Waarden
Normen

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanuit welke waarden werk je?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Moreel oordeel
Je oordeel  over hoe mensen met elkaar omgaan. Je spreekt in een moreel oordeel uit wat je behoorlijk vindt van jezelf en van anderen. Je geeft aan hoe je verwacht dat die ander met jou om zou moeten gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het morele oordeel: verstandige reflectie of het juiste gevoel?
Waarom oordelen mensen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom oordelen we zo snel?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevoel en Verstand
Als ik zeg dat stelen moreel verwerpelijk is
Dan voel ik dit maar het is ook mijn overtuigingen.
Maar wat als degene het financieel heel slecht heeft?

We streven naar morele oordelen die kloppen, maar hoe en wanneer weten we wanneer we het bij
het rechte eind hebben?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek gaat het om hoe we tot een antwoord komen op vragen als:
  •  Wat moeten we doen? 
  • Hoe dienen we te handelen? 
  • Welke houding moeten we
aannemen? 
  • Welke emoties zijn gepast? 
  • Waar kunnen we iemand verantwoordelijk voor houden?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 Dilemma is:

  • Een situatie met een of/of karakter (ingrijpen of niet ingrijpen);

  • Aan beide mogelijkheden zitten negatieve consequenties, beide mogelijkheden lijken niet goed;

  • Het geheel heeft een dwingend karakter; je moet een keuze maken, of het een, of het ander; niets doen is ook een keuze.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou jij doen?
Er zijn meerdere cliënten die tegelijk jouw hulp nodig hebben en je staat er alleen voor. Aan wie geef je de voorrang en waarom?  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een afgewogen keuze? 
Deze vier stappen helpen je op weg: 
  • Verkennen: wat is er aan de hand? Welke handelingsopties zijn er en wie zijn in deze situatie de betrokkenen? 
  • Onderzoeken: wat is de ethische vraag of het dilemma? Welke argumenten (waarden, belangen en principes) zijn hier in het spel? 

  • Afwegen: weeg zorgvuldig af waarom je een bepaalde keuze maakt en wat mogelijke gevolgen zijn voor wie. Wat is het gevolg voor de cliënt van jouw handeling of het nalaten daarvan?
  • Besluiten: zoek naar de balans tussen alle (morele) betrokkenen met het oog op goede zorg.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
‘Als jij in iemand anders’ schoenen zou kunnen staan,
zien wat zij zien,
horen wat zij horen,
voelen wat zij voelen,
zou je hen dan anders behandelen?’

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek en morele sensitiviteit

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.