Antwoorden opdr. 3 (p. 151)
Opdracht 1
a Wanneer (os.vgw) je met een auto in het water terechtkomt, moet je snel een raampje openen, opdat (os.vgw) je daardoor kunt ontsnappen.
b Toen (os.vgw) de illusionist met zijn rechterhand iets wou laten verdwijnen, richtte hij de aandacht van de toeschouwers op zijn linkerhand, zodat (os.vgw) ze even afgeleid waren.
c Als (os.vgw) ergens een metrostelsel of (ns.vgw) een tunnel wordt gebouwd, vind je er vaak een beeld van Sint-Barbara, daar (os.vgw) zij de beschermheilige is van gevaarlijke beroepen.
d Noah wilde graag weten of (os.vgw) wilde honden ook stoeien en (ns.vgw) met botten spelen, zoals (os.vgw) onze huisdieren dat doen.
e Dat (os.vgw) er 45.000 jaar geleden zo’n 70.000 neanderthalers in Eurazië leefden, is duidelijk geworden, nadat (os.vgw) hun erfelijke variatie was onderzocht.