§14.2 Het oog (dl 1) versie 2

Les 1: Oog dl1
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 1: Oog dl1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan de bouw van het oog beschrijven en de functies van de onderdelen benoemen. 
  • Je kan uitleggen hoe de hoeveelheid licht die op je netvlies valt geregeld wordt met behulp van het pupilreflex. 
  • Je kan beschrijven hoe de kring- en straalsgewijs lopende spieren in de iris de pupilgrootte veranderen.  
  • Je kan uitleggen hoe je oog op verschillende afstanden scherp kan zien door te accommoderen. 
  • Je kan uitleggen hoe de lensbandjes, het straalvormig lichaam en de elastische ooglens van vorm veranderen bij het kijken veraf en dichtbij.  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Oogspieren
Zes oogspieren, verbonden met het harde oogvlies, richten de optische as op de plek die je wilt zien.

Slide 4 - Tekstslide

Bestudeer de bouw van het oog (afb.) en BINAS 87C, kan je de functies van de onderdelen benoemen? Test jezelf --> 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoornvlies:
Doorzichte deel van het harde oogvlies.
Breekt de lichtstralen 
(BINAS 18)

Slide 7 - Tekstslide

Ooglens:
Variabele breking van het licht.
Met lensbandjes vast aan 
het straalvormig lichaam.
De vorm wordt bepaald door het straalvormig lichaam.

Slide 8 - Tekstslide

De lens

Slide 9 - Tekstslide

Intro accommoderen: Waarom ga je slechter zien als je ouder wordt?
Bekijk het volgende filmpje: 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Accomoderen (aanpassen ooglens aan afstand)
Straalvormig lichaam ontspannen -> lensbandjes strak 
-> lens plat -> veraf zien
Straalvormig lichaam gespannen -> lensbandjes los -> lens bol -> dichtbij zien

Slide 12 - Tekstslide

Lens - scherpstellen
Veraf: platte lens
Dichtbij: bolle lens

Slide 13 - Tekstslide

Pupilreflex
De iris regelt de 
hoeveelheid licht die
het oog binnen valt
door de grootte van de
pupil aan te passen. 
Weinig licht -> Radiale
spieren trekken samen
-> grote opening
Veel licht -> circulaire spieren trekken samen -> kleine opening.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke onderdelen van het oog spelen een rol bij de pupilreflex?

Slide 16 - Open vraag

Welke begrippen horen op de plek van nummer 1 t/m 7? vul in:
Een lichtstraal komt het oog binnen via de onderdelen 1, 2, 3, en 4 en valt tenslotte op 5, waar de lichtprikkel wordt omgezet in een impuls in de sensorische zenuw (oogzenuw) naar 6, die een impuls terugstuurt via de motorische zenuw naar 7 in de iris en de pupil verkleint.

Slide 17 - Open vraag

Vaatvlies:
Vlies om het oog met 
bloedvaten.
Bloedvaten komen binnen 
op dezelfde plek als de oog-
zenuw.

Slide 18 - Tekstslide

Netvlies:
Plaats waar de lichtgevoelige 
zintuigcellen zitten, aan de achterkant van je oogbol.


Slide 19 - Tekstslide

Netvlies:
Lichtgevoelige cellen bevatten pigment. Licht breekt het pigment af en zorgt voor een impuls in een zenuwcel.
De uitlopers van die zenuwcellen verlaten het oog via de oogzenuw.

Slide 20 - Tekstslide

Het oog - netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
Kegeltjes: zien kleur, zijn niet erg lichtgevoelig (hoge drempelwaarde) dus ze werken niet bij weinig licht.
Liggen vooral in de gele vlek.

Slide 21 - Tekstslide

Gele vlek:
Op het netvlies precies 
achter de iris zit de gele
vlek.
De gele vlek bevat de
meeste lichtgevoelige 
zintuigcellen: kegeltjes.
Door de grote dichtheid kun je met dit deel van het netvlies heel scherp zien.

Slide 22 - Tekstslide

Blinde vlek:
Op de plek waar de oogzenuw en de 
bloedvaten het oog 
binnenkomen zitten 
geen zintuigcellen. Hier 
kun je dus geen licht
opvangen.

Slide 23 - Tekstslide

Blinde vlek:
Doordat de blinde vlek
voor beide ogen op een 
andere plek van het 
gezichtsveld zit zie je
toch alles.

Slide 24 - Tekstslide

Netvlies: gele vlek en blinde vlek

Slide 25 - Tekstslide

Intro: rode ogenfoto’s
Maak je een leuke foto, staat je vriend of vriendin er met rode ogen op. Natuurlijk kan je gaan fotoshoppen of een filtertje eroverheen gooien, maar ja… heb je dat ervoor over?
Bij veel fototoestellen zit er een anti-rode ogen stand op: De camera maakt eerst een voorflitsje en daarna pas de echte flits.

1. Hoe ontstaan rode ogen op een foto? (Tip: Welk deel van het oog is rood?)
Geen idee? Kijk dan naar het volgende filmpje:
https://www.schooltv.nl/video/hoe-ontstaan-rode-ogen-op-een-foto-door-een-overdosis-flitslicht/#autoplay

Slide 26 - Open vraag

Vraag iemand om eerst zijn ogen dicht te houden en daarna zijn ogen open te doen. Wat gebeurt er met de pupilgrootte?

Slide 27 - Open vraag

Teken een zijaanzicht van een lens die ver weg kijkt. Geef de stand van de lensbandjes, het straalvormig lichaam en de lens aan.

Slide 28 - Open vraag

Teken een zijaanzicht van een lens die dichtbij kijkt. Geef de stand van de lensbandjes, het straalvormig lichaam en de lens aan.

Slide 29 - Open vraag

Neem de tabel over in en vul in.








Dichtbij
Neem de tabel over en vul in. Maak en foto en lever die hier in, plaatst deze ook in je portfolio.








Slide 30 - Open vraag

In de praktijk worden de spieren van de pupilreflex en de accommodatiespieren vaak door elkaar gehaald. Wat zijn de verschillen?

Slide 31 - Open vraag