(mogelijkheid voor B en K om bij mij te zitten voor de toets!)
Tl heeft vanmiddag géén toets. Zie lesuur vanmiddag wat jullie gaan doen in de kantine)
Slide 1 - Tekstslide
3 groepen Immigranten
- mensen uit de vroegere koloniën
- mensen die hier kwamen werken (arbeidsmigranten)
- asielzoekers
Slide 2 - Tekstslide
Mensen uit de vroegere koloniën
Koloniën= gebieden buiten het eigen land die werden gebruikt om winst te maken.
3 Nederlandse koloniën:
- Nederlands-Indië
- Suriname
- De Nederlandse Antillen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Suriname
Onafhankelijk in 1975
Slide 5 - Tekstslide
Nederlands-Indië
De Indische Nederlanders moesten kiezen na het uitroepen van de onafhankelijkheid:
In Indonesië blijven of naar Nederland verhuizen.
400.000 --> naar NL verhuizen
Slide 6 - Tekstslide
Voormalige Nederlandse Antillen
Curaçao, Aruba, Sint Maarten, Bonaire........
Verovert door Nederland in 1635
Tot 1954 waren ze NIET zelfstandig!!
1954: zelfstandige landen onder naam: Nederlandse Antillen
Vanaf 2010 zijn het zelfstandige landen die bij het Koninkrijk der Nederlanden horen
Slide 7 - Tekstslide
Arbeidsmigranten
Zijn mensen die vanwege werk in een ander land gaan wonen.
60 jaar geleden was er veel werk in Nederland! Het ging goed met de economie.
Werknemers uit het buitenland die kwamen om te werken hier waren GASTARBEIDERS.
Vooral uit landen: Turkije en Marokko.
Slide 8 - Tekstslide
ASIEL AANVRAGEN
Als iemand in Nederland asiel aanvraagt: = vragen om toestemming om in het land te verblijven.
= ASIELZOEKER
VLUCHTELING?
De overheid beoordeelt of de aanvraag voldoet aan de strenge toelatingseisen van NL.
= het land niet veilig? Dan mag je blijven als VLUCHTELING
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen 3.3
Aan het eind van deze les kan je:
uitleggen wat er wordt bedoeld met ; restrictief toelatingsbeleid
vertellen wat een kennismigrant is
Slide 10 - Tekstslide
Toelatingsbeleid
- Niet iedere migrant die asiel aanvraagt krijgt een verblijfsvergunning.
....Dit komt omdat Nederland een streng toelatingsbeleid heeft
Dit toelatingsbeleid is gebaseerd op regels en afspraken van de EU (europese unie)
Slide 11 - Tekstslide
De EU = de Europese unie
alle lidstaten van de EU moeten zich aan de volgende afspraken houden:
- Universele verklaring van de rechten van de mens
- Europees verdrag voor de rechten van de mens
- Vluchtelingenverdrag van Genève
- Verdrag van Schengen
Slide 12 - Tekstslide
Die afspraken/verdragen vormen de basis van het Nederlandse toelatingsbeleid...
Slide 13 - Tekstslide
Restrictief toelatingsbeleid
In heel EU geldt een RESTRICTIEF(beperkend) toelatingsbeleid voor mensen van buiten de EU.
dit wil zeggen : de EU is heel voorzichtig met het toelaten van buitenlanders.
Slide 14 - Tekstslide
Illegalen
Wie geen verblijfsvergunning krijgt en toch in Nederland blijft noemen we een illegaal. Omdat ze eigenlijk van de rechter terug moeten naar het land waar ze vandaan komen!
Slide 15 - Tekstslide
Kennismigranten/Expats
Nederland is minder streng met het toelaten van kennismigranten..
Dit zijn; hoogopgeleide migranten van buiten de EU.
Waarom is Nederland voor hen minder streng???
Slide 16 - Tekstslide
Wat doe je nu? Tot 9:15
Optie 1 (links zitten =
Je gaat zelfstandig werken aan de opgaven van 3.3
9 t/m 12, 14, 16 en 22
(basis boek = hfd 4 opgaven 1 t/m 9)
Optie 2 (midden zitten) =
Je gaat zelfstandig de samenvatting maken bladzijde 39
(de samenvatting van 3.1 - 3.2 - 3.3)
Optie 3 (rechts zitten) =
Je komt bij mij zitten en krijgt de hoofdstukken herhaald en uitgelegd!
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk vrijdag
van hoofdstuk 3:
opgaven van 3.1
1 t/m 4
opgaven van 3.2
5 t/m 8, 13 en 15
opgaven van 3.3
9 t/m 12, 14, 16, 19 t/m 22
Slide 18 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je:
uitleggen wat er wordt bedoeld met ; restrictief toelatingsbeleid