In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Maatschappijkunde
Pluriforme samenleving
3.1 Migratie naar Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag:
Uitleg: waarom migreren mensen?
Daarna opdrachten maken en nakijken.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is ook alweer een pluriforme samenleving?
Slide 3 - Open vraag
Waarom spreken we in Nederland liever over een pluriforme samenleving i.p.v. een multiculturele samenleving?
Slide 4 - Open vraag
Wat is....?
Emigratie = ..........................
Immigratie = .......................
Slide 5 - Tekstslide
Mensen verhuizen om 3 soorten redenen:
Politieke motieven
Economische motieven
Sociale motieven
Slide 6 - Tekstslide
Politieke motieven
Oorlog en geweld
Mensen worden vervolgd vanwege:
verkeerde mening, homoseksualiteit, godsdienst
Onveilig (Syriërs, Afghanen)
Politieke vluchtelingen
Slide 7 - Tekstslide
Sociale motieven
Gezinsvorming
Gezinshereniging
Slide 8 - Tekstslide
Economische motieven
Werk en carrièremogelijkheden, grote armoede en werkloosheid
Polen, Bulgaren Roemenen: tuinbouw en huizenbouw
Amerikanen, Japanners, Indiërs: grote bedrijven
Economische vluchtelingen
Slide 9 - Tekstslide
Politiek motief
Economisch motief
Sociaal motief
Slide 10 - Sleepvraag
Immigratie gebeurt al eeuwen
Batavieren (uit het huidige Duitsland)
Spaanse en Portugese Joden en Franse protestanten
Italië, België en Duitsland (armoede)
1 miljoen Belgische vluchtelingen in WO1
Slide 11 - Tekstslide
Nu één maken van:
1. Maken en onderstrepen blz. 26 en 27.
2. Maken blz. 32 en 33.
3. Maken samenvattingsopdracht blz. 38
Klaar? Nakijken met het nakijkboek.
Slide 12 - Tekstslide
Vandaag:
- Uitleg en quizvragen: waar komen migranten vandaan en wat is het Nederlandse toelatingsbeleid?
Of
- Zelfstandig werken: Onderstrepen en maken blz. 28, 29, 30 en 31. Maken en nakijken blz. 34, 35, 36 en 37. Maken en nakijken samenvattingsopdracht blz. 38 en 39.
- Laatste kwartier filmpje over Ter Apel
Slide 13 - Tekstslide
3.2 Waar komen immigranten in Nederland vandaan?
Drie groepen:
1. Vroegere koloniën. Bijv.?
2. Arbeidsmigranten. Bijv.?
3. Asielzoekers.Bijv.?
Slide 14 - Tekstslide
1. Mensen uit de vroegere koloniën
Koloniën
Gebieden buiten het eigen land die werden gebruikt om winst te maken
Uitbuiting
Koffie, suiker, katoen en specerijen werden opgehaald, de bewoners kregen hier niks voor terug
Slide 15 - Tekstslide
Nederlands-Indië Suriname De Nederlandse Antillen
400.000 Indische Nederlanders
15.000 Molukkers
Belofte Nederlandse regering
Migratie vanuit de koloniën
Slide 16 - Tekstslide
Arbeidsmigranten
Gastarbeiders
Arbeidskrachten die tijdelijk in Nederland zouden blijven
Uit welke vier landen kwamen arbeidsmigranten vroeger?
Uit welke landen komen arbeidsmigranten nu?
Slide 17 - Tekstslide
Asielzoekers
Land van herkomst is onveilig.
Zoeken hier bescherming (asiel), dan ben je asielzoeker.
Is het land van herkomst niet veilig: vluchteling.
Vaak uit landen als Syrie, Eritrea.
Slide 18 - Tekstslide
Het Nederlandse toelatingsbeleid
Wie mag wel en wie mag niet in Nederland blijven?
In Nederland is een streng toelatingsbeleid. Dit wordt gedaan aan de hand van internationale afspraken (EU).
Slide 19 - Tekstslide
Wetten en verdragen
Nederland (en andere EU-lidstaten) houden zich aan het volgende:
Rechten en vrijheden van nieuwkomers moeten worden nagekomen: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
inwoners gelegenheid geven tot gezinshereniging en gezinsvorming: Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Elke asielzoekersaanvraag beoordelen voor de status van erkend politiek vluchteling: Vluchtelingenverdrag van Genève.
burgers uit EU-lidstaten kunnen vrij reizen, wonen en werken binnen EU-landen: Verdrag van Schengen.
Slide 20 - Tekstslide
Mensen van buiten de EU
Weinig mensen worden toegelaten.
Gevolg: veel mensen die toch de overtocht naar Europa willen maken stranden in landen zoals Turkije en Griekenland en verblijven vaak in schrijnende en uitzichtloze situaties.
Slide 21 - Tekstslide
Uitzondering toelatingsbeleid
Expets/kennismigranten zorgen voor groei van de Nederlandse economie. De komst van deze migranten wordt gestimuleerd. Bij deze groep geldt niet het restrictieve toelatingsbeleid.
Slide 22 - Tekstslide
voor mensen van buiten de EU.
ben je illegaal.
wonen en werken in andere EU-lidstaten.
wordt hij niet toegelaten.
Er is een streng toelatingsbeleid
Als je hier woont terwijl dat niet mag
Mensen uit de EU-lidstaten mogen
Als een arme Afrikaan hier wil komen werken
Slide 23 - Sleepvraag
Het verdrag van Geneve geldt alleen voor politieke vluchtelingen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Xavi is een Mexicaan en hij raakt zijn baan als schoonmaker kwijt in Mexico. Hij besluit om naar Nederland te komen om te gaan werken. Mag Xavi blijven?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Sun komt uit Noord-Korea. Hij is journalist en heeft veel kritische artikelen geschreven over de leider van het land. Sun is naar Nederland gekomen. Mag Sun blijven?
A
Ja, want Noord-Korea is een EU-land.
B
Ja, want Sun is een politiek vluchteling.
C
Nee, want Sun is een economisch vluchteling.
D
Nee, want Sun kan geen Nederlands.
Slide 26 - Quizvraag
Nederland voert een streng toelatingsbeleid. Waarom voert Nederland een restrictief toelatingsbeleid?
A
De werkloosheid zal door dit beleid dalen.
B
Nederlandse bedrijven heeft nieuwkomers hard nodig.
C
De kosten voor het asielbeleid zijn erg hoog.
Slide 27 - Quizvraag
tekst 1
Asiel voor homo's uit Uganda
De minister van Veiligheid van Justitie zal homo's en lesbiennes uit Uganda die asiel aanvragen een verblijfsvergunning geven. Zij hebben recht op asiel omdat uit onderzoek blijkt dat homo's in Uganda worden vervolgd.
Slide 28 - Tekstslide
Gebruik tekst 1 van de slide hiervoor. Welk begrip uit de lestekst van H8 past bij tekst 1?
A
restrictief toelatingsbeleid
B
vluchtelingenverdrag van Geneve
C
economische vluchtelingen
D
gezinsvorming
Slide 29 - Quizvraag
Dus...om het niet te vergeten, nog 1 keer alles op een rij. Wie mogen er in Nederland blijven?
Mensen uit andere EU-landen.
Mensen buiten de EU met een beroep waar in Nederland een tekort aan is.
JA
JA
Mensen buiten de EU die geen beroep hebben waar er een tekort aan is.
NEE
Mensen die niet veilig zijn in hun eigen land
JA
Mensen die hier komen voor de liefde en waarvan de Nederlandse partner genoeg verdient.