Er zit een duif in de kooi. Het dier krijgt een tijdje geen voedsel. Dit zorgt ervoor dat het allerlei gedrag gaat vertonen binnen de kooi. De duif gaat fladderen of rondjes lopen. In de kooi bevindt zich een klein luikje. Bij toeval tikt de duif tegen dit luikje aan en ineens komt er voedsel in de kooi. Als de duif op een later tijdstip, al dan niet per ongeluk, de handeling nog eens herhaalt, zal er weer voedsel in de kooi komen. Het dier leert al vrij snel verbanden te ontdekken tussen het luikje en het voedsel. De handeling van een tik tegen het luikje heeft als gevolg een vol bakje voedsel. Het dier zal de handeling herhalen tot ze genoeg heeft gehad.