Taalsteun

TVO/TOL_Taalsteun
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

TVO/TOL_Taalsteun

Slide 1 - Tekstslide

Even terug naar DAT-CAT
Zoals al bleek in het hoofdstuk van DAT naar CAT, starten leerlingen veelal met woorden uit hun eigen alledaagse context. Daar zal nieuwe begrips- ontwikkeling bij moeten aansluiten; de meer vakspecifieke taal, denkwijze en formuleringen.

Vakdoelen (leerdoelen) worden voor een belangrijk deel via taal bereikt en daarom is het als docent nodig expliciet te werken aan de school- en vaktaalontwikkeling van de leerling. 
Eén van de pijlers die daarvoor belangrijk is, is het leren met taalsteun.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is taalsteun?
Taalsteun: gerichte ondersteuning die leerlingen helpt bij het begrijpen en zelf produceren van (nieuwe) taal die hoort bij een vak. Het helpt om de relaties tussen begrippen te verwoorden en leidt tot een goede verwerving en verwerking van de leerstof. 

Taalsteun wordt ook wel macro-scaffolding genoemd: de hulp die leerlingen aanbiedt vóór ze de taak zelfstandig moeten uitvoeren.
Je plant deze taalsteun vooraf in bij het (her)ontwerpen van je les. 
Uiteindelijk is het bedoeling dat de docent de taalondersteuning geleidelijk aan afbouwt.

Slide 3 - Tekstslide

Methoden van taalsteun
  1. Schrijfkaders
  2. Sleutelschema's
  3.  Taalleerstrategieën

Slide 4 - Tekstslide

Waar gaat het mis?
Schrijfopdrachten zijn vaak lastig voor leerlingen. Het gaat om een algemene vaardigheid die vakspecifiek ingevuld moet worden. Leerlingen moeten niet alleen de leerstof doordenken en herformuleren, maar ook nog eens nadenken over de opbouw van de tekst. Het resultaat bestaat vaak uit korte teksten, met weinig samenhang en slechte zinnen.   

Slide 5 - Tekstslide

Schrijfkaders als oplossing
Schrijfkaders bieden een oplossing voor drie veelvoorkomende schrijfproblemen:

  1. Het probleem van de witte pagina
  2. Het probleem tussen schrijven en spreken
  3. Het en-toen syndroom

1.   

Slide 6 - Tekstslide

Het probleem van de witte pagina
Een begin maken is voor veel mensen die een tekst willen of moeten schrijven vaak een groot probleem. Hoe vaak hoor je niet: “Ik kan niets bedenken, meneer”
Schrijfkaders helpen dit probleem uit de wereld. 


Slide 7 - Tekstslide

Het probleem schrijven/spreken
Als je mondeling je gedachten in een gesprek verwoordt, helpt je gesprekspartner je verder door te reageren en vragen te stellen. Bij schrijven heb je die steun niet. 
Schrijfkaders aanvullen is een soort van gesprek op papier. De starters helpen 
je op een gestructureerde manier steeds een stap verder te zetten.


Slide 8 - Tekstslide

Het en-toen syndroom
Onervaren schrijvers (en sprekers) hebben de neiging ideeën aaneen te rijgen met het tussenvoegsel “en toen”. In schoolse teksten worden meer genuanceerde middelen gebruikt om verbanden aan te geven, zoals: bovendien, min of meer, daar staat tegenover dat. Door schrijfkaders gaan leerlingen deze verbindingswoorden ook gebruiken.


Slide 9 - Tekstslide

Schrijfkader
Een schrijfkader: een tekst waarin het eerste woord of stukjes van een zin al zijn ingevuld. 

Het is een middel om leerlingen aan te zetten tot productief denken en het verwoorden van gedachten.


Slide 10 - Tekstslide

Wat is het leerdoel (vak) van jouw les?

Slide 11 - Open vraag

Welke taalactiviteit moeten de leerlingen uitvoeren om het leerdoel (vak) te bereiken?

Slide 12 - Open vraag

Welke vaktaalwoorden staan in de les centraal?

Slide 13 - Open vraag

Welke schooltaalwoorden staan in jouw les centraal?

Slide 14 - Open vraag

Schrijf op welke logische relaties tussen die woorden leerlingen moeten laten zien en verwoorden.

Slide 15 - Open vraag