1E, 2A, 3C, 4F, 5B, 6D (2p, -1 per fout. Twee items ‘omgedraaid’ geldt als 1 fout.)
Slide 2 - Tekstslide
Vraag 2a
a. Klassieke grondrechten beschermen burgers tegen machtsmisbruik van de overheid (en kunnen via de rechter worden afgedwongen). (1p) Sociale grondrechten zijn een inspanningsplicht van de overheid (en kunnen niet bij de rechter worden afgedwongen) (1p).
Slide 3 - Tekstslide
Vraag 2b
b. Klassiek: gelijkheidsrecht, politieke rechten, vrijheid van meningsuiting, persvrijheid…. (1p per 2 juiste, 1p max.) Sociaal: onderwijs, huisvesting, voeding, werk. (1p per 2 juiste, 1p max.)
Slide 4 - Tekstslide
Vraag 3
De beginselen die botsen zijn legitimiteitsbeginsel en aanwezigheid grondrechten. (2p) Doordat de overheid in de vorm van de belastingdienst mensen onderzoekt obv etniciteit houden ze zich niet aan de wet, want burgers moeten gelijk behandeld worden. Daarmee wordt dus gelijktijdig dat grondrecht van gelijke behandeling overtreden. (2p)
Slide 5 - Tekstslide
Vraag 4a + b
a. Het Openbaar Ministerie mag in sommige gevallen zelf straffen opleggen (zonder tussenkomst van een rechter). Daarmee behoren zij tot rechtsprekende macht, (1p) terwijl ze ook al uitvoerende macht hebben (want onderdeel van het ministerie van justitie). (1p)
b. OM-afdoening mag worden gedaan bij wetsovertredingen waar volgens het wetboek maximaal zes jaar cel op staat. (1p)
Slide 6 - Tekstslide
Vraag 4c
c. Ja, want je bent officieel pas schuldig als een rechter dat heeft gezegd. (1p) Aangezien hier de uitspraak niet van de rechter komt, ben je officieel nog steeds verdacht en niet schuldig. / Ondanks het feit dat er bewijslast wordt genoemd, heeft de rechter geen uitspraak gedaan. (1p)
Slide 7 - Tekstslide
Vraag 5a + b
a. Bij cassatie wordt er alleen gekeken naar de rechtsgang / of de rechtsregels goed zijn toegepast door andere rechters. (1p)
b. Machtenscheiding. (1p) Wiebes suggereert hier dat de wetgeving rond CO2-uitstoot een kwestie van de wetgevende macht is en dat de rechterlijke macht zich daar niet in mag mengen / dat de rechterlijke macht zich als wetgevende macht gedraagt. (1p)
Slide 8 - Tekstslide
Vraag 5c
c. (Internationale) verdragen gaan (als rechtsbron) altijd vóór andere/nationale rechtsbronnen. (1p) Aangezien Nederland zich verbonden heeft aan internationale verdragen (rond CO2 uitstoot), kunnen de rechters zich hierover uitspreken. (1p)
Slide 9 - Tekstslide
Vraag 6a
a. De stelling is juist omdat kroongetuigen een lagere straf krijgen in ruil voor informatie. De kroongetuigen krijgen een voorkeursbehandeling waardoor er geen sprake is van gelijke berechting. Zij zijn dus niet gelijk voor de wet in gelijke gevallen wat de definitie is van het gelijkheidsbeginsel. (2p)
Slide 10 - Tekstslide
Vraag 6b
b. Het OM gebruikt kroongetuigen om belastende informatie te krijgen om grotere criminelen of criminele organisaties op te sporen. (1p) Het opsporen van grote criminele organisaties is volgens het utilitarisme meer in het algemeen belang, ondanks het schenden van het gelijkheidsbeginsel en de nadelige gevolgen voor de nabestaanden van het slachtoffer. (1p)